Home De Avalon Pagina's Grotten in Belgie The Avalon Pages Caving in Belgium

Custom Search
 


Ecological Chemistry:


Caving & Climbing gear:

Outdoor and Innovation

Gemeente Edegem:

 
SDWorx:


Omhoog/Up

Hotnews Welkom bij Avalon! Wat doen wij? Jaaroverzichten Jaar tot Jaar Straffe verhalen Europese grotten Onze ontdekkingen Grotbescherming Techniek Software Memoires holenmens Explo's Anialarra Fotogalerijen Artikels & Docs De Avalon Flash Video Zone

STRAFFE VERHALEN
Waarover we nog lang gaan zeveren


 

Inhoud:

 

DE CRUE IN DE GOUFFRE BERGER (1987)

... of zeg nooit meer dat een kit te zwaar is! In juli 1987 deden we samen met een ploeg Engelsen een gooi naar de "Gouffre Berger" (-1140 m) in de Vercors, Frankrijk. Op de 3de dag van de expeditie deed een 7-koppige Avalon-ploeg een equipeertrip die ons tot op -705m bracht, bovenaan de Cascade Claudine (zie foto). Een belangrijk gegeven is dat de begin-puttenreeks geëquipeerd was door de Engelsen, en dat zij in de crue-gevaarlijke Puits Aldo (P42) niet voldoende hors-crue hadden geëquipeerd wegens een te kort touw.

Cascade Claudine (-705 m)Enfin, na onze trip die zo'n 11 uur had geduurd arriveerden we weer aan de voet van de Puits Aldo. Ik klom als eerste omhoog in de doodstille put. Boven gekomen klom ik ook de 3 volgende, kleine putjes uit en wachtte ik op Annette. Plots werd ik me bewust van een vaag geraas van water. Droomde ik? Ik keek rond doch de putjes onder mij waren droog. Intussen arriveerde Annette ook en vertrok Rudi in de Aldo. Het geraas werd hoe langer hoe harder, ik voelde dat er iets ging mislopen en daalde razendsnel de putjes terug af. Ik stormde door het kleine stukje meander terug naar de Aldo en toen kwam de vloedgolf. Het was nu werkelijk paniek: ergens vanuit het duistere plafond van Aldo viel een bulderende waterval omlaag, vanuit een nog onbekende galerij (dat verklaarde ineens waarom ik, in de normale meander van de Berger, geen water had gezien). Rudi hing halverwege de put en was een gemakkelijke prooi voor het ijskoude water. Hij klom door, vechtend voor zijn leven, gehinderd door een zware kit.. Ik van mijn kant stond boven op het platform boven Aldo, voorovergeleund boven het touw. Ik liet de waterval op mijn rug uiteenspatten in de hoop om het voor Rudi iets draaglijker te maken. Het water spoelde op een mum van tijd elke calorie uit mijn lijf: een voorproefje van wat Rudi moest voelen. Eindelijk arriveerde Rudi, leeg...

Intussen was de rest van de ploeg (Strauss, Kris, Leo en Leo Jr.) ook beneden in de Aldo gearriveerd. Ik deed toen een flater van jewelste: ik verhing het touw een paar meter, zodat het naast de waterval hing, en riep naar Kris om ook omhoog te komen. Kris deed dit en stond 5 minuten later ook bij ons. Vervolgens vertrok Strauss. Hij was amper 15 m hoog toen wij boven plots een oorverdovend gedonder hoorden. Ditmaal hadden we er geen tekeningetje meer bij nodig: een volgende crue! We gilden zo hard we konden omlaag naar Strauss, die ons door het lawaai van de reeds aanwezige waterval niet begreep en doorklom. Enkele tellen later spoot het water onder onze voeten door, ditmaal wel vanuit de gewone meander. Een nog veel grotere massa water stortte nu omlaag, pal op de plaats waar ik het touw had verhangen. Het was een echt inferno;: de wind en het water joegen in het rond. Strauss kreeg de volle laag, doch behield zijn koelbloedigheid en begon aan een omschakelmaneuver. Na een minuut die voor ons eeuwen leek te duren, was hij van klimmen op afdalen overgeschakeld en daalde hij opnieuw af. Toen begingen we een volgende flater: we hadden 2 plastiek 5-liter tonnetjes met eten bij. We keilden ze allebei omlaag, 42 m diep in de Aldo, daar we wisten dat onze 3 kameraden een lange nacht voor de boeg hadden (zij zouden slechts 's anderendaags in de namiddag buiten geraken) en best wat eten konden gebruiken. De tonnen arriveerden zowaar heelhuids, doch wij hadden nu geen grein eten meer over. Niet erg dachten wij, we zaten slechts op -200m: de uitgang was niet ver meer.

We klommen nu alle 4 de rest van de putten uit, Rudi en ik voorop. Rudi was uitgeput, had gezichtsstoornissen en vorderde langzaam. Ik had slechts een pakje druivesuiker en gaf hem een paar stukjes (wederom een flater). Puits Gontard, 25 m en nu een bulderende waterval. Puits Garby, 38 m. De 200 m lange meander. We arriveerden aan de 35 m hoge Puits du Cairn. Hij was heel nat, smeltwater van 0°C douchte omlaag. Rudi's lichtje onder mij volgde heel traag. Nu en dan riep ik "gaat het?" waarop telkens een mat "jaja" volgde. Ik klom de "Ressauts Holiday on Ice" uit (grote ijsblokken). Ver beneden zag ik nu ook de lichtjes van Annette en Kris. Rudi was dus in goede handen. Ik klom de voorlaatste put uit (Puits Ruiz, 28 m en meestal een dooddoener) en de kleine ingangsput. Ik arriveerde quasi om middernacht op de natgeregende oppervlakte, na 16 uur grotten en rende alleen door het stikdonkere woud terug naar het kamp, zowat 1,5 uur verder, om hulp te halen.

Doch intussen... liep het grondig mis. Annette vond Rudi, hangend tegen het ijs van de Ressauts Holiday, in bijna-bewusteloze toestand. Met vereende krachten kregen ze hem tot onder in de Puits Ruiz, waarvan de vloer echter wordt ingenomen door een metersdikke sneeuwlaag. Rudi moest absoluut uit deze ijzige omstandigheden worden gehaald of zou het niet overleven. Hoe hem uit die put krijgen? Van takelen was geen sprake: de eerste 100 m putten waren allen met éénzelfde lang touw geëquipeerd: het touw hing wel op 10 plaatsen vast en kon dus niet worden opgetrokken. We hadden geen mes bij en de carbuurvlammen hadden al lang de geest gegeven, dus het touw doorsmelten ging ook niet.. Het was de piepjonge Kris, een tengere knaap van slechts 17 jaar oud doch met een ijzersterke conditie, die na een zware 17 uur durende grottocht volgend exploot volbracht: hij hing Rudi met zijn leeflijn aan zijn zitgordel en klom er de 28 m diepe, vrijhangende put mee uit! Rudi is niet groot, maar weegt met zijn hele ijzerwinkel en drijfnatte kleding toch al gauw 65 kg. Aan de oppervlakte werd Rudi onmiddellijk in een slaapzak gestopt en recupereerde gelukkig snel.

Nu, 10 jaar na de feiten, vind ik dit nog steeds een ongelooflijke daad. Indien we het niet zelf hadden meegemaakt zou ik het niet geloven: achteraf hebben we aan de Roche aux Corneilles eens geprobeerd om elkaar aldus "omhoog te zeulen" en we kunnen U verzekeren: het lukt nog voor geen 5 meter.
Kris doet intussen reeds lang geen speleo meer, maar zal voor mij altijd een held blijven: hoeveel mensen kunnen zeggen dat ze iemands leven hebben gered en dan nog op zo'n manier?
Voor wat mijzelf betreft: tijdens die tumultueuze nacht heb ik meer dan één flater gemaakt, waaruit ik echter volgende lessen heb geleerd:

- bij een crue: daal onmiddelllijk af, wacht en zit het uit, probeer nooit tegen het water op te klimmen
- herken symptomen van onderkoeling!
- verban druivesuiker uit je grotvoeding: in het slechtste geval riskeer je er een hypoglycemie mee (het lichaam reageert op de plotse aanvoer van glucose door een overdaad aan (suikerafbrekende) insuline te produceren. Deze overdaad zal echter ook de lichaamssuiker afbreken waardoor men finaal met een groot suikertekort komt te zitten.
Tot slot nog een bizar staartje aan dit verhaal. Zoals gezegd viel de eerste crue uit het dak van de Aldo. Het water arriveerde dus via een toen onbekende weg. Eén maand na onze expeditie (die tussen haakjes op -900 strandde wegens te problematische waterstand) ging in de Berger een andere Engelse expeditie van start. Tijdens één van de tochten, stelde men bij het terugkomen vast dat er iemand ontbrak: een zekere Alex Pitcher. Het was het begin van een gigantische, wekenlang durende zoekactie, waaraan honderden speleos deelnamen en waarbij in de grot zowat elke steen werd omgedraaid, zelfs de sifons op -1100 m werden gedoken maar zonder resultaat: Alex was verdwenen!

Eén jaar later echter, toen het volgende zomerseizoen naderde, besloten een aantal speleo's van Grenoble de draad terug op te pikken. Zij begonnen opnieuw systematisch de grot te onderzoeken en vonden in de 200 m lange meander (die zich op zowat -100 situeert) een tot dan toe onbekende zijgalerij. Ze volgden deze en vonden een eind verder het lichaam van Alex Pitcher, onderaan een klein putje, waarin Alex, samen met een stel rotsblokken, was gevallen. Alex was blijkbaar gedood door de vallende blokken en heeft dus gelukkig een snelle dood gekend in deze totaal onbekende uithoek van de grot...
Nadat het lichaam van Alex was geborgen besloot men om deze nieuwe galerij te volgen en men kwam finaal terecht... in het dak van de Puits Aldo!   Het is langs deze weg ook dat het water kwam van de overstroming die onze ploeg trof!

 

DE SLAG OM DE GOUFFRE D'APHANICE

...of de langste nacht Topo AphaniceAphanicé... een legendarische grot met haar unieke put van 328 m: de Puits des Pirates. Nog steeds één van de diepste vrijhangende putten ter wereld: er zijn geen richels of platforms onderweg. Daarenboven begint deze put IN de grot, op 155 m diepte.
Toen we in 1988 ter gelegenheid van een Pierre-St-Martin expeditie de gelegenheid kregen deze grot te doen, aarzelden we niet lang. C.R.S.L. uit Luik had de grot geëquipeerd: wij zouden ze wel eens "gauw " gaan desequiperen!

Er waren 7 kandidaten, waarvan 2 dames die besloten slechts tot bovenaan de grote put te gaan: Annette was 3 maanden zwanger en Michaëla vond het toch wel wat diep.
Wij dus op weg voor wat we dachten een stevig doch niet al te lang tochtje zou gaan worden: de grot was al geëquipeerd en wij waren in topvorm. Dus veel eten en.drinken hadden we niet bij.
Eerste tegenvaller was de autorit van bijna 2 uur. Gelukkig is er geen naderingsmars en parkeert men naast de doline. Aangezien 5 kandidaten teveel waren in de grote put, besloten we er 2 (Rudi en Marc C.) voorop te sturen, de andere drie (Paul, Marc V. en Kris) zouden pas 4 uur later vertrekken.

Dat maakte dat het reeds 3 u 's middags was vooraleer mijn ploeg vertrok, wat voor Avalon een abnormaal laat uur is om nog een -500 te gaan doen. Maar kom, we bleven optimistisch. De eerste putten waren toch wel groter en imposanter dan verwacht: P56 en P41. Dan een nauwe klote-meander gevolgd door een nauwe put (stijl "Trou Bernard") van 17 m: dat zal hier leuk worden met onze kits! Dan wederom een korte smalle meander en dan... het NIETS! Een mistige donkere schacht waarin een fijn watervalletje viel. Onpeilbaar diep. Volgende tegenslag: geen spoor van onze 2 kameraden. Na wat gebrul hoorden we diep onder ons antwoord: ze waren op komst.

Bon, na een uurtje wachten was het onze beurt om aan de ongelooflijke afdaling te beginnen in deze meetkundig regelmatige cilinder van 328 m diep en 10 m diameter. De eerste 90 m tegen de wand, dan 1 fractie op -90, en dan in één ruk, plein vide 240 meter omlaag (de Luikenaars hadden een superlang touw op te kop kunnen tikken!).
Tegenvaller: het afdalen ging bijzonder stroef: men moest het klimhandvat onder zich op het touw zetten en zo door de afdaler "trekken"; zoniet zakte men geen meter. Aldus kostte het per man 30 minuten: weeral anderhalf uur voorbij.

Na wat mijmeringen beneden de put over de zin van het leven (en vooral van het afdalen van putten waar men terug uit moet klimmen), begon Marc aan zijn terugklim. Tegenvaller: rap gaat zoiets niet: langzaam maar zeker is de boodschap! Kris en ik brachten de volgende anderhalf uur door onder de reddingsdeken, al kaartend ... (!)
Toen was het de beurt aan Kris. Ik passeerde de volgende anderhalve uur met het maken van één foto (belichtingstijd >1 uur) van Kris die de eerste 200 m van de put om de 10 minuten uitlichtte met een flitser (zie foto). De foto was buitengewoon geslaagd en zou later de voorkaft van het jaarboek van het Verbond val Vlaamse Speleologen sieren. Enfin, tegen dat ik boven was, was het klokje reeds middernacht voorbij. We zagen groen van de honger en dorst, want we waren met een minimum aan proviand vertrokken.

Puits des Pirates - P328mHet desequiperen van de grote put was de volgende tegenvaller. De 350 m nat touw waren te zwaar om op te trekken, en de plaats bovenin de meander was te smal om met meer dan 1 persoon te staan. We dienden dus een takel te bouwen met poelies. Het optakelen van het touw duurde exact 2 uur en was zeker even vermoeiend als het uitklimmen van de put! Het 240 m lange touw werd in een speciaal daarvoor gefabriceerde "superkit" gestopt, die echter te dik was om in de meander te passeren en bovendien zo zwaar als een kleine piano was. Gelukkig kregen we assistentie van Michaëla en Marc C., die terug waren afgedaald in de grot.

Tegen 4 uur 's morgens zaten we met het hele zootje bovenaan de P43 . Ik had hem net gedesequipeerd, toen door een onachtzaamheid de zak uit mijn handen glipte en... weer in de put viel. De eerste reactie was merkwaardig genoeg: hysterisch gelach (schijnt normaal bij oververmoeide mensen). Na 5 minuten gieren van het lachen, equipeerde ik de put opnieuw met een eind van het grote touw. Flink tijdverlies, want deze P43 had een eerder ingewikkeld equipement met een looplijn, een paar fracties etc. Daarenboven zaten we er allemaal compleet door, wegens te weinig eten, te lang grotten, 500 m jumaren en al lang bedtijd.

Marc V. kreeg de eer om de laatste P63 te desequiperen. Ikzelf had intussen de uitgang bereikt waar net de zon opkwam (prachtig hoor) en viel er ter plekke in slaap. Doch enige tijd later werd ik gewekt door de meest grove schuttingtaal (absoluut niet voor publicatie vatbaar) die ik ooit door een grot heb weten schallen: Marc die daar stond te brullen omdat het touw in de P63 ergens onderweg vastgeklemd zat en hij het niet kon optrekken. Hij moest dus opnieuw equiperen en afdalen om het touw te gaan bevrijden...
Om een lang verhaal kort te maken: om 07u30 's morgens was de slag om de Aphanicé gestreden. Hij was bijzonder pittig, maar we hadden hem toch maar gewonnen!
Leuk detail: we hadden ook een toeschouwer bij: Herman die een hele lange dag en een hele lange, koude nacht (in T-shirt en korte broek) doorbracht naast de auto. Toch bedankt!

 

VERZUIPEN IN DE TROU D'HAQUIN?

... hoe doe je dat? Trou d'HaquinWanneer het gebeurde weet ik niet meer, ik schat ergens in 1987. Het was winter en "den Haquin" stond in forse crue. Ik wilde weer eens iets speciaals doen en trok samen met Annette naar de "Nouveau Réseau CRS". Eerste vaststelling: het kleine putje voor de lange voute-mouillante was een bruisende waterval. Tweede vaststelling: de 10 m lange voute-mouillante, die slechts 30 cm hoog is (zie foto, in droge omstandigheden!), werd doorspoeld door een zeer forse rivier. Ik besloot toch mijn kans te wagen en vertrok, de lippen ternauwerdood boven het water houden op verkenning. Ik geraakt ten einde het obstakel om daar te zien dat de laatste "duiker" compleet sifonneerde. Rechtsomkeer dus. Echter, nu had ik de stroming tegen en het water stuwde zo hoog op dat ik mijn mond niet meer boven water kreeg. Naar adem snakkend en borrels drinkend vocht ik me terug, doch zoals gezegd is de passage zo laag dat men werkelijk niet de ruimte heeft om het hoofd 5 cm omhoog te tillen. Paniek sloeg toe, maar ik wist dat ik geen enkele keuze meer had: het was vooruit of verdrinken. De laatste 2 meter, waar men de helm echt tussen plafond en vloer moet wringen, liep het volledig mis. Ik week te veel naar links uit, waar het plafond verlaagde en geraakte klem met mijn hoofd. Het water overspoelde mijn gezicht, ik snakte naar lucht maar ademde slechts water in. Ik gilde naar Annette, maar zij reageerde niet. Mijn laatste gedachte was " ge gaat nu toch niet in den Haquin creperen, zeker!". Het werd me zwart voor de ogen en ik verloor het bewustzijn.

Dat had het verhaal van de speleocarrière van Paul De Bie kunnen zijn... doch Annette besliste er anders over. Ze had finaal beseft dat er iets mis was, en had net ver genoeg kunnen reiken om me in het nekvel te grijpen en uit de passage te sleuren. Ik kwam gauw bij en na het nodige water te hebben uitgekostst en een na kwartier recupereren, was ik weer in staat om de terugweg aan te vatten. Ik moet wel zeggen dat ik sedert dan enige tijd mijn buik vol had van watergrotten... tot we in '90 "den Bretaye" ontdekten!

 

DOOR HET OOG VAN DE NAALD IN DE BRETAYE

...hoe de Salle de l'Ange Gardien gedoopt werd We zijn putje winter 1992. In deze koude maand januari zijn we bezig met het sluitstuk van de exploratie van het "Systeem van Bretaye", waar we al 2 jaar elk weekend aan besteden. Een paar weken terug is een belangrijk vervolg ontdekt nabij de Resurgentie, dat het potentieel heeft om te verbinden met de grot zelf en aldus één van de langste Belgische integrale traversées mogelijk te maken. Na 3 weken van verbredingswerken in tal van nauwe passages, zijn we zo'n 75 m opgeschoten en resteren er nog slechts 6 meter tussen beide grotten. De terminus van vorige week is een vierkante zaal, 5 x 5 m groot en over de hele oppervlakte gevuld met 1,4 m diep water. Links achteraan de zaal is een 2 m lang galerijtje, 70 cm breed. Juist genoeg plaats om met twee te staan, tot aan de borst in het water weliswaar. Alle tocht verdwijnt hier in een nauwe spleet, waaraan we zopas de nodige "verbredingswerken" hebben uitgevoerd.

Rudi en ik inspecteren ons werk: een los stuk rots hangt nog omlaag. Rudi tikt er eens met een koevoet tegen om te horen "hoe los" het zit (echt een klein tikje) en dan... stort het hele dak links van ons omlaag! We spreken hier over een tonnen zwaar rechthoekig blok, wel 2 m lang, 1,5 m breed en 1 m dik; wij waanden het  linkerzijwand van een galerijtje, en waartegen ik met de linkerschouder geleund stond. In feite bleek het echter een kolossaal blok, dat tot net boven de wateroppervlakte hing en als het ware door "adhesiekracht" nog tegen het plafond bleef plakken.

De mega-joekel schampt langs mijn schouder en stort met een geraas als van een atoombom in het water. De waterverplaatsing en de daaropvolgende golven spatten tot tegen het plafond van de zaal. Onnodig om te zeggen dat wij haast een hartaanval krijgen van het schrikken; doch wat meer is: Rudi heeft een deel puin op de voet gekregen en zit vastgeklemd onder water. De situatie lijkt dramatisch: hoe iemand bevrijden die met de voet onder een tonnen zwaar blok geklemd zit en tot aan de borst in modderwater staat? Maar gelukkig, na voorzichtig proberen, komt zijn voet los. Dit hebben we te danken aan de decimeters dikke modderbodem van de zaal. Wij maken ons zo snel mogelijk, met bonzend hart, uit de voeten: dat scheelde geen haar of we waren allebei verpletterd..
Diezelfde dag nog kreeg deze zaal haar naam: Salle de l'Ange Gardien, wat "Zaal van de Engelbewaarder" betekent.

Tot slot nog een positieve noot: het omlaaggevallen blok maakte de weg vrij tot een vervolg...waarlangs (1 jaar later) effectief de verbinding met het Systeem van Bretaye werd gemaakt. Alle traverseerders kruipen nu over het bewuste blok, zonder te beseffen wat zich hier heeft afgespeeld.

 

DE LAATSTE TRAVERSEE VAN DE ST MARCEL D'ARDECHE  

... vos cartes d'identités!

We spreken mei 1989. We zitten met de hele bende in de Ardeche. Jan Berckmans maakt ons al dagen waterachtig met zijn verhalen over de gigantische gangen in de St. Marcel d'Ardeche, een grot die echter reeds een aantal jaren men een oersterke deur hermetisch is afgesloten. Doch in de literatuur had ik een beschrijving gevonden van de Aven Despeysse, wat in feite een meer dan honderd meter stijgende cheminée was, geheel achteraan het uitgestrekte gangenstelsel, en die na grote dynamiteerwerkzaamheden met de oppervlakte was verbonden.

Echter, ook deze grot was afgesloten met een poort...tenminste dat dachten we, want verificatie ter plaatse leerde ons dat deze poort reeds lang verdwenen was! Dit opende dus toch perspectieven voor een bezoek aan de galerijen van de St. Marcel, hoewel we geen enkele beschrijving hadden van de Aven Despeysse. Daarenboven, stond duidelijk in alle beschrijvingen dat de "étroiture", die toegang geeft tot de Salle de Cathédrale, eveneens met een poort dichtzat. Dat betekende dat men niet in de "Ancien Réseau", met zijn 20 m brede drukgangen, kon geraken...

Enfin, wij toch met 6 op weg voor een heen en weer trip van 8 km. tot aan die beruchte poort. De lotgevallen onderweg in de 100 m putten van de Aven Despeysse en in het indrukwekkende doch bijzonder complexe gangenstelsel ga ik U besparen. Juist zeggen dat het laatste uur hoofdzakelijk gebukt of op de knieën wordt gevorderd. Aangekomen na een uur of 6-7 aan de "poort", bleek dat deze er niet meer stond!. Jippie, dat betekende dat we toch in de megagalerijen konden geraken en we besloten prompt om het doel van onze traversée te verleggen naar de grote poort (die er wel degelijk stond) aan de originele ingang van de grot.

Ancien Reseau in St. Marcel d'ArdecheNa enkele honderden meters en een foto-sessie (zie foto) in deze verbluffende gangen, kwamen we plots in een hallucinant schouwspel terecht: een bouwwerf van jewelste, mensen waren her en der aan het werk, een enorme ijzeren trap klom langs de zijkant omhoog en werd halfweg ter plekke ineengelast door een arbeider. Bovenaan de trap gaapte een enorm gat van wel 6 m diameter, waarlangs licht binnenviel: een tunnel! Al gauw beseften we dat men bezig was om de grot om te toveren tot toeristische bezienswaardigheid en dat er een tunnel naar toe geboord was. Plots realiseerden we ons dat daar de vrijheid lonkte. Ik beklom de trap, tot op 10 m hoogte en tikte de arbeider die ingespannen aan het lassen was tactvol op de schouder. De man tuimelde haast omlaag van het verschieten: ik moet er in mijn speleoplunje bijzonder gevaarlijk hebben uitgezien. Ik vroeg hen in mijn beste frans of we de grot mochten verlaten langs de tunnel. Hij was zo verbouwereerd dat hij "eh...oui" stamelde en meer hadden wij niet nodig . Euforisch stapten we door de wel 100 m lange tunnel het zonlicht tegemoet. Waar zouden we terechtkomen?

Toen we vanuit de koele tunnel de loodzware hitte instapten, kwamen we in een hels decor terecht, vrachtwagens en bulldozers reden heen en weer: een echte bouwwerf. Het duurde juist geteld 10 seconden of daar kwam een graafmachine aangereden waarop een bijzonder kwaadaardig baasje zat dat bijna een toeval kreeg toen hij ons daar gezessen zag staan: een opzichter. Hij stormde ons tegemoet en begon een tirannieke woordenstroom te spuien, Louis de Funès waardig. Wij legden hem geduldig uit dat wij vanop het plateau kwamen, 5 kilometer verder, en dat wij braaf hadden gevraagd of we de tunnel mochten gebruiken. Doch de man was duidelijk van plan zich geen oor te laten aannaaien: van een andere ingang had hij nooit gehoord; we waren vast en zeker stiekem 's nachts in de tunnel gekropen en wilden er nu terug uit. Hij werd hoe langer hoe hysterischer, dreigde met gendarmerie en lijfstraffen, en riep toen ten einde raad: "vos cartes d'identités!". Hetgeen ons prompt in lachen deed uitbarsten; alsof wij gingen grotten met onze portefeuilles bij! Nu werd hij uiteraard compleet gek. Jan Berckmans deed nog wat olie op te vuur door tegen de man te zeggen "mais calmez-vous un peu". Rond ons had zich een hele kring arbeiders gevormd en die zagen maar wat graag hun baas zijn gezicht verliezen tegen die Belgen.

Na een kwartier gesticuleren en tieren speelde hij zijn laatste troef uit: "Eh bien, si vous venez de là, vous retournez par là" gilde hij en hij begon ons als het ware terug in de tunnel te duwen. Maar wij hadden allang geen zin meer in nog eens 8 uur de grot door: het was heerlijk weer, een frisse pint lonkte en we besloten aan de vertoning een eind te maken en lieten de man staan waar hij stond.

Nu nog ben ik er nog van overtuigd dat hij ons niet geloofde, en nochtans stonden we voor een keer eens recht in onze schoenen.

Om te eindigen: we hadden wel een wandeling van 7 km langs het asfalt aan ons been, in complete speleouitrusting en onder een loodzware zon, plus het desequipement van de Aven Despeysse. Maar we hadden ons goed geamuseerd, en dat was het voornaamste!

 

Contacteer/contact us:  SC Avalon vzw
Privacy beleid: Wij maken gebruik van externe advertentiebedrijven om advertenties weer te geven wanneer u onze website bezoekt. Deze bedrijven gebruiken mogelijk informatie (niet uw naam, adres, e-mailadres of telefoonnummer) over uw bezoek aan deze of aan andere websites om advertenties weer te geven over goederen en services waarin u wellicht geïnteresseerd bent. Als u hierover meer informatie wenst of als u wilt voorkomen dat deze bedrijven deze informatie gebruiken, klikt u op deze link: http://www.google.nl/privacy_ads.html