
CAVING IN BELGIUM
FAQ's (Frequently Asked Questions):
interessant voor beginners!
1. Wat is speleologie nu eigenlijk juist?
Speleologie is het exploreren van grotten. Het wordt vaak uit puur
sportief of recreatief oogpunt beoefend, waarbij dan
"klassieke" of gekende grotten worden gedaan. Een kleinere
groep speleologen houdt zich bezig met de zgn.
"exploratie-speleologie" waarbij nieuwe grotten worden
onderzocht. Vooral hier heeft men tal van raakvlakken met de wetenschap
en zulke speleologen zijn dan ook vaak "all-rounders" die -
al dan niet veel - kaas hebben gegeten van geologie, hydrologie,
cartographie enz. Op welke basis men het ook beoefent: speleologie is
één van de meest avontuurlijke bezigheden die er zijn, en denkelijk
de nog enige resterende mogelijkheid om "te gaan daar waar nog
nooit iemand is geweest".
2. Waar of bij wie kan ik terecht?
Uiteraard bij SC Avalon...één van Vlaanderens actiefste clubs; doch
ook bij één van de vele andere speleoclubs die België rijk is. Er is een Vlaamse
federatie (Verbond van Vlaamse Speleologen) en een Waalse (Union Belge
de Spéléologie) waaronder een paar honderd clubs ressorteren. Kijk best
eens op onze "links-pagina" waar
je links vindt naar andere speloclubs en de twee federaties.
3. Wat heb ik daar voor nodig?
Bij speleologie komt nogal wat materiaal kijken, dat nu eenmaal nodig
is om de obstakels (bv. putten, meren) in een grot te overwinnen. Het
hangt natuurlijk van de grot af en zelfs met een minimum aan materiaal
(oude kleren en overall, laarzen, helm met verlichting) kan je de sfeer
in een aantal Belgische grotten opsnuiven... in gezelschap van ervaren
speleologen wel te verstaan. Voor het "collectieve materiaal"
(touwen, moesketons, boten, ladders, kitzakken...) zorgt de club. Voor
je eigen "persoonlijk materiaal" zal je vroeg of laat zelf
moeten zorgen. In onze club kan je dit de eerste maanden van de club
ontlenen. Je hebt toch wel flink wat nodig: helm met verlichting,
rubberlaarzen, PVC-overall, onderkleding, kniebeschermers, zitgordel,
borstgordel, klimhandvat, afdaler, "croll", 5-tal moesketons,
leeflijn enz.
4. Wat gaat me dat kosten?
Een volledige persoonlijke uitrusting mag je toch op zowat 750 € schatten! Maar een groot deel hiervan gaat jarenlang mee. Als
je trouwens wat uitkijkt, dan vindt je een deel van het materiaal
allicht tweedehands. Ook kan je de aankoop over een periode van 6-12
maanden spreiden: de meeste beginners starten met een helm en een
overall, en kopen dan geleidelijk aan wat bij. Wij kunnen je alvast een prima
speciaalzaak aanbevelen. Op hun site kan je alvast alle materiaal en de
prijzen bekijken: De Berghut (Hamme)
Tevens moet je ook nog het lidgeld van de club rekenen, evenals
de aansluiting bij de federatie
5. Wat moet ik daarvoor kunnen?
Aanvankelijk: niets! Maar erg snel zal blijken of je er aanleg voor
hebt of niet, en of je het graag doet of niet: da's trouwens de reden
dat wij nooit onmiddellijk nieuwe leden lidgeld laten betalen of
materiaal laten kopen. Beter eerst de kat uit de boom kijken!
Nu, een zekere sportieve aanleg en vooral dan lenigheid zijn toch wel
meegenomen. Zoals alles in het leven kan je ook speleologen indelen in
3 groepen: zij die er nooit iets van zullen terecht brengen (een
minderheid), zij die hun plan kunnen trekken (de meerderheid) en zij
die ervoor in de wieg gelegd zijn (een minderheid). Zolang je niet in
categorie 1 valt, is er niets aan de hand.
6. Hoe begin ik er nu mee?
Meld je aan bij een club: zij zullen je ongetwijfeld meenemen op een
ondergrondse verkenningstocht (zij zorgen wel voor alle materiaal en
een kleine opleiding). Na enkele van zulke (vrijblijvende)
"initiatietochten" kan je zelf beslissen of het je bevalt
(gegarandeerd wel!).
7. Ik heb claustrofobie of hoogtevrees!
Tja, als je daar ECHT aan lijdt, dan ziet het er somber uit. Maar de
ervaring heeft ons geleerd dat slechts bitter weinig mensen daar echt
problemen mee ondervinden. Iedereen heeft een zekere vorm van
hoogtevrees: zet mij op de dakgoot en ik sta te bibberen op mijn benen.
Doch hang mij aan een speleotouw en ik daal zonder dralen af in een put
van 150 m diep.
Het passeren van extreme versmallingen of het afdalen van putten is
iets dat je stelselmatig opbouwt: de eerste put van 25 meter zal je met
dichtgeknepen billen afdalen. Later ga je daar eens hartelijk om
lachen!
8. Ik meet 2m05 en weeg 115 kg...schept dat een probleem?
Dan ga je toch maar beter rugby spelen. In grotten tref je nogal eens vernauwingen aan, en het zou zowel voor jou als voor
de rest van de ploeg bijzonder frustrerend zijn mochten ze jou daar
telkens moeten achterlaten. Een gemiddelde lichaamsbouw
is aangewezen.
9. Ben ik (goed) verzekerd?
Zowel bij het VVS als bij het UBS ben je goed verzekerd. Dit niet enkel
voor burgerlijke aansprakelijkheid, maar ook persoonlijk. Ook kosten
als reddings-en opzoekingskosten worden gedekt. Uiteraard staat het je
vrij je te informeren naar de exacte inhoud van de polis.
10. Is het gevaarlijk?
Neen. Er gebeuren bitter weinig ongevallen; in Belgiëslechts enkele
per 5 jaar en slechts heel zelden met ernstige gevolgen. Speleologen zijn
heel secuur als het over hun veiligheid gaat en dat wordt er trouwens
bij de opleiding ingehamerd. De meeste zware ongevallen gebeuren in
feite met andere, weliswaar speleo-gebonden sporten: sifonduiken of
canyoning.
11. Waar doen jullie aan speleologie?
Uiteraard in België meer bepaald in de Ardennen. De meeste clubs
trekken elk jaar ook naar het buitenland, waarbij Frankrijk (nog
steeds het speleoland bij uitstek) of andere Europese landen vaak hun
reisdoel is. Sommigen gaan het nog verder zoeken en gaan naar Mexico,
China, Vietnam, Indonesie, ...
12. Trainen jullie daarvoor en waar?
Speleotechnieken kan je natuurlijk onder de grond inoefenen, maar er
zijn ook enkele plaatsen waar "bovengrondse"
oefenmogelijkheden zijn. De bekendste is de oefenzaal van Speleoclub
"Le Redan" in de kelders van de Basiliek van Koekelberg
(Brussel) waar je elke onpare maandagavond terecht kan. Speleoclubs
oefenen hun touwtechnieken ook vaak in aan de rotsen (bv. La Roche aux
Corneilles te Bomal) of in oude steengroeven (bv. te Villers-sur-Gambon
of Senzeilles).
Voor de rest is een goede conditie toch wel nodig en is het zeker geen
overbodige luxe om hiervoor wat te trainen (jogging, fietsen,
zwemmen).
13. Kan je daar cursussen voor volgen?
Zeker: zowel de Vlaamse (VVS) als Waalse (UBS) federatie richten
jaarlijk cursussen in waarin alle aspecten van de speleologie aan bod
komen.
14. Heb je daar een diploma voor nodig?
Neen! Hoewel je na het succesvol doorlopen van een cursus wel een
brevet of diploma krijgt, is dit voor geen enkel aspect van de
speleologie noodzakelijk.
15. Hoeveel speleologen/clubs zijn er in België
Het Vlaams Verbond van Speleologen groepeert een 35-tal clubs, samen
600 man sterk. De Waalse federatie (UBS) is zowat 850 man sterk. Er zijn uiteraard ook niet gefedereerde
speleologen, doch dit is een minderheid gezien het feit dat men voor de
toegang tot vele Belgische grotten wel degelijk lid moet zijn van één
van beide federaties.
16. Zijn er veel grotten in België
Toch wel. Tijdens de recente (en gigantische) inventarisering naar aanleiding
van de "Atlas du Karst Wallon" zijn niet minder dan 3767 grotverschijnselen
geteld. Dit zijn niet alleen grotten, maar ook bronnen, verzakkingen,
verdwijnpunten etc.... Voor wat de "echte" grotten betreft: er zijn zowat 250
grotten in Belgiëdie ofwel langer zijn dan 100 m, ofwel dieper dan 20 meter.
Alle Belgische grotten samen totaliseren zowat 150 kilometer aan
galerijen!
17. Zijn daar kaarten van?
Speleologen maken er een erezaak van om elke ontdekte grot of galerij
in kaart te brengen (topograferen). 't Is vaak een lastig en vervelend
werk: van elk stukje galerij wordt lengte, hellingshoek en
kompasrichting nauwkeurig gemeten. Zulke plannen worden dan
gepubliceerd of soms in "atlassen" gebundeld, hoewel er zeker
nood is aan een recente atlas (maar daar wordt stilaan aan
gewerkt).
18. Bestaan daar boeken over?
Massa's! Als je alles zou kopen dat over grotten en/of speleologie
wordt gepubliceerd, dan moet je zeker Onassis heten! Het Vlaams verbond
van Speleologen heeft een ruime bibliotheek (+/- 650 boeken en ook
jaargangen van tientallen tijdschriften); de Union Belge de
Spéléologie heeft een zeer grote bibliotheek in Namen.
19. Wat is de diepste of grootste grot?
In België is de grootste grot het Système Han-sur-Lesse/Gouffre de
Belvaux dat minstens 12 kilometer aan galerijen telt. De diepste is de
Trou Bernard (-140 m). Zie onze web-pagina over de diepste en
langste Belgische grotten!
Op wereldvlak is dit echter (bijna) te verwaarlozen: de grootste grot
is Mammoth Cave (USA) met de ongelooflijke lengte van 627 kilometer. Er
zijn trouwens reeds 20 grotten bekend die meer dan 100 km groot zijn,
en 742 die meer dan 5 km groot zijn.
De diepste is de Voronya grot met de al even ongelooflijke diepte
van -2195 m! Er zijn nog 3 andere grotten die dieper zijn
dan 1600 m (Lamprechtshofen in Oostenrijk, en Gouffre Mirolda en Gouffre
Jean-Bernard in Frankrijk). Er zijn nu reeds 93 grotten die dieper zijn
dan 1000 m! Zeer frequent bijgewerkte cijfers vind je
op de site van
"Caver Bob"
20. Alle grotten zijn toch eender?
Nog zo een misvatting. De ondergrondse wereld is ongelooflijk
gevarieerd. Behalve de bekende pracht van druipsteenafzettingen, heb je
er vaak wilde ondergrondse rivieren, watervallen hoger dan je buiten
ooit zult zien, putten in alle formaten (tot 300 m diep), grote meren,
immense zalen, nauwe meanders, lage kruipgangen enz. Geen twee grotten
zijn gelijk, sommige zijn eenvoudig en rechtlijnig gevormd, anderen
weer ongelooflijk complexe labyrinthen. Er is vaak een grote
kleurenvariatie: zowel van de rots, als van de druipsteenafzettingen,
als van het water dat van onheilspellend zwart over emeraldgroen naar
hemelsblauw kan gaan.
21. Is daar wel genoeg lucht beneden?
Bijna alle grotten zijn geventileerd; d.w.z; er zijn
luchtstromingen die soms, naargelang de grot, zeer hevig kunnen zijn.
Het "waait" of "tocht"dus in een grot, en zulke
luchtstroom is voor ons vaak de sleutel tot het ontdekken van nieuwe
galerijen. Dit betekent ook dat de lucht continu ververst wordt, en dat
ook op 500 of 1000 m diepte er steeds frisse lucht aanwezig is. Slechts
heel uitzonderlijk zijn sommige putten of gangen niet-geventileerd en
kan er ofwel een tekort aan zuurstof zijn (komt zeer weinig voor) ofwel
een teveel aan koolstofdioxide-gas (niet ongewoon in warme streken, bv.
Ardèche).
22. Is speleologie een moeilijke sport?
Dit hangt af van de moeilijkheidsgraad van de grot, en dat hangt dan
weer af van je eigen persoonlijke ambities of keuze. In eenvoudige
grotten, vooral dan de meer horizontale, hoeft speleo niet moeilijk te
zijn. In de meer verticale grotten komen er meestal touwtechnieken bij
kijken wat de moeilijkheid iets verhoogt. Wie zich aan de echt grote of
diepe (bv. dieper dan 500 m) grotten waagt, moet inderdaad over een
stevig uithoudingsvermogen beschikken en alle technieken perfect
beheersen: zulke tochten duren niet zelden minstens 15 uur met
uitschieters tot 25-30 uur. Nog langere tochten worden zelden in één
ruk gemaakt doch over meerdere dagen gespreid middels ondergrondse
bivaks.
|