Home De Avalon Pagina's Grotten in Belgie The Avalon Pages Caving in Belgium

Custom Search
 


Ecological Chemistry:


Caving & Climbing gear:

Outdoor and Innovation

Gemeente Edegem:

 
SDWorx:


Omhoog/Up

Hotnews Welkom bij Avalon! Wat doen wij? Jaaroverzichten Jaar tot Jaar Straffe verhalen Europese grotten Onze ontdekkingen Grotbescherming Techniek Software Memoires holenmens Explo's Anialarra Fotogalerijen Artikels & Docs De Avalon Flash Video Zone

SYSTEME WERON - DELLIEUX: Reseau NOIR
Over de ontdekking van een belangrijke verlenging in een platgelopen
Belgische klassieker waarin niets meer te ontdekken viel...


 

SITUATIE  

Provincie Namen - Gemeente Mont-sur-Meuse (Yvoir)
Lambertco?dinaten : 188,450 / 116,110 / 215
IGN-kaart 53/3-4

 

WAT VOORAFGING  

In de Weron, ter hoogte van de horizontale banketten, bevond zich een gangetje, bijna geheel gevuld door sedimenten, waaruit een flinke tocht kwam. In 1992 begon Philippe "Bibiche" Lacroix (S.S.N.) aan de desobstructie ervan, vorderde enkele meters, om vervolgens terug de werken te staken. De zaak bleef rusten en werd ons einde 1992 gesignaleerd door zowel Bibiche als Yves Dubois (S.C.B.). Avalon van haar kant, was op dat ogenblik reeds sinds mei 1992 bezig aan de desobstructie van een chantoir (die we voorlopig Chantoir X noemen) in de provincie Namen. Het was een gigantisch werk, waar veel tijd en mankracht voor nodig was, en we wilden ons niet in andere desobstructies engageren.

Bibiche, lijdend aan acute Dellieux-itis, na gedurende meer dan een jaar ontelbare keren in de Chantoir Dellieux te hebben gewerkt (NB : voor Chantoir Dellieux : zie UBS-Info nr. 85 - 6/93), wilde wel eens een ander decor zien en hernam dan maar het werk in de Weron, in de winter van 1993. Wekelijks meldde hij ons zijn vorderingen en maakte ons zo gaandeweg enthousiast. Het was echter een gekkenwerk voor iemand alleen : graven, een bak vullen en vervolgens al kruipend deze bak zo'n 10 meter achteruit trekken tot op de plaats waar hij geledigd kon worden ... en zo steeds maar opnieuw. Regelmatig hielp hij ons mee in Chantoir X waarvan de desobstructie zeer demotiverend was (zeer smal en modderig). Om er ?erhaupt te kunnen werken was minimaal 5 ?7 man nodig, daar het losgegraven sediment zo'n 20 meter ver verplaatst moest worden ...

Aan de slag in de Weron ... Op een frisse februaridag (28.2.93) hervatten we met 5 het werk in Chantoir X na een grote crue. De 5de man valt spoedig af wegens acute griepaanval, de werkplaats staat vol met 20 cm modderbrij. Wanhopig ploeteren we enkele uren in de vloeibare pap maar met vier gaat het echt niet. Bibiche ziet het niet meer zitten en stelt voor naar de Weron te gaan (want, zo pleit hij, daar is het 4 sterren tegenover hier). Het voorstel klinkt ons als muziek in de oren ... en zo belandt Avalon dan toch in de Weron.

We bewonderen er allereerst de zowat 5 meter gang die Bibiche reeds heeft uitgegraven. Het enthousiasme bekoelt wanneer blijkt dat de werkplaats achter een tijdelijke sifon ligt (die we eerst leegscheppen = 0,5m3 water) en dat het gangetje dat moet uitgegraven worden wordt doorlopen door een klein beekje. De graver ligt plat op de buik in het water en is dus onmiddellijk drijfnat, de gang is zowat 70 cm breed en 50 cm hoog en op 5 ?7 cm na tot tegen het dak gevuld met klei en grint. Op zicht loopt het eindeloos ver door. Alle uitgegraven materiaal dient in bakken tot aan de horizontale banketten te worden gesleept, en wordt in de "Eboulis" omlaag gekieperd. Vier sterren had je gezegd, Bibiche ? Tegen de avond zijn we 2 meter gevorderd.

De 13 m lange gang, die we geheel uitgroeven. Een week later staan we er weer met zijn vieren, ditmaal met beter materiaal. Om iets of wat droog te blijven graaf ik met een ponto aan, en tegen de avond zijn we nogmaals 4 meter gevorderd. We kunnen nog steeds niet zien hoever het gangetje nog doorloopt, maar we horen in de verte een druppelend beekje dat in een grotere ruimte lijkt te weergalmen ! Frappant is ook dat de bovenste laag van de opvulling die we aan het weggraven zijn, gitzwart is.

Twee weken later zijn we weer paraat. 6 man zakken af naar Chantoir X, de andere 3 naar de Weron. Bibiche is wat gedeprimeerd en daalt niet mee af. We graven een uurtje of 3 verder en dan, eindelijk, verhoogt het plafond zich en bereiken we een groter vervolg. In totaal is het gedesobstrueerde gangetje 14 meter lang !
We komen in een ruimere galerij terecht, die zich splitst in een actief en fossiel deel. Beide stijgen 5 meter omhoog en komen dan samen onder een onpasseerbare versmalling in het calciet. De tocht jaagt er letterlijk doorheen.

Terug buiten treffen we Bibiche aan, die binnen de minuut genezen is van zijn depressie. We overhalen hem om in de loop van de week aan de versmalling te gaan werken. 4 opeenvolgende dagen (je moet het maar doen, 4 keer de Weron...) gaat hij met hamer, beitel en boormachine de vernauwing te lijf. De 4de dag geraakt hij er met veel moeite door en exploreert een 60-tal meter galerijen, waaronder een steile, schuine put 12 m diep. Einde in een mooi geconcretioneerd zaaltje.

20/3/93: Met zijn drie? (Jaak, Jan, ikzelf) in de Weron. De versmalling is zelfs voor mij te smal ; dus we verbreden het zaakje n? genoeg om het sportief te houden. Zelfs dan nog blijft de versmalling een echte rotzak. De tocht blaast ongemeen hevig doorheen (Etroiture du Ventilateur). In extase onderzoeken we de door Bibiche ontdekte gangen. In de terminus, het geconcretioneerd zaaltje, hakken we om beurten met hamer en beitel een nieuwe versmalling open, tot we finaal in een modderige meander geraken. Haakse bocht met versmalling naar rechts, dan smalle diaklaze. De felle tocht is onze gids ... Jaak als kopman wroet zich er al gravend door, wij volgen met moeite. De diaklaze wordt een gangetje, het gangetje een galerij van 2 op 2 meter ! Zo leggen we wel 50 meter af in een mooi gedecoreerde galerij, tot we eindigen in een blokkeninstorting. We denken recht naar de Chantoir Dellieux te gaan, maar na wat logisch nadenken menen we toch dat de galerij naar het Noorden gaat, verkeerd dus ... We zoeken verder en vinden bijna per toeval in een meander een klein gat, waaronder een put ligt. Zo te horen vallen stenen er zowat 15 meter diep in. Voorlopige halte wegens gebrek aan touw.

's Anderendaags krijgen Bibiche, Annette en Marc de eer de put te onderzoeken. Ze zoeken er zich wel een uur rot achter, de put is goed verborgen. 2 spits later staan ze beneden ; de put is zowat 11 meter diep, vrijhangend en ruim. Beneden is een vrij ruime zaal, met een blokkeninstorting waaronder een meandertje lijkt te lopen. Jammer genoeg vinden ze geen vervolg ...

De topo wordt hoofdzakelijk op 3 en 4 april gedaan. De omstandigheden blijken enorm lastig te zijn wegens de modder en de versmallingen. E? ding doet ons echter opfleuren : tijdens de topo van de grote galerij (la Galerie du Far West) merken we dat de richting naar het westen is, dus toch richting Dellieux !
Uitwerking van de topo levert effektief een verrassend beeld op: een quasi rechtlijnige reseau, pal naar de Dellieux. Van de 180m tussen beide grotten resten er nu nog 55.

De volgende maanden wordt nog vele keren gewerkt in de Weron. Slecht nieuws is dat een zorgvuldig onderzoek uitwijst dat de tocht verdwijnt in de smalle en vreselijk modderige eindmeander, die eindigt in een zone van te nauwe spleten.
Werken is er vrijwel uitgesloten. Een verbinding met de Dellieux lijkt niet voor morgen te zijn. Hoewel ...? Onze ontdekking heeft een stimulerend effect gehad op de SC de Belgique, die sinds kort de werken in de Dellieux heeft hervat, richting Weron. Hun werken leveren resultaat op en zij naderen de Weron tot op een 30-tal meter. Maar ook daar blijft het voorlopig bij.

Gedurende een paar maanden dienen we onze aandacht van de Weron af te wenden, want onze "Chantoir X" heeft eindelijk het zo verhoopte vervolg opgeleverd (aktueel 350 m lang en -77m) en eist al onze tijd op. In de zomermaanden van 1993 ronden we dan toch het karwei in de Weron af. We desobstrueren beneden de P11 een meandertje, licht actief, dat echter na enkele meters te nauw wordt. Links en rechts wordt nog gewroet. Een laatste mogelijkheid wordt doorgegraven, beneden in de Puits Oblique, waar misschien het "oorspronkelijke vervolg" van de Weron ligt. Het levert jammer genoeg weinig op. Op 8/8/93 zetten we er na een laatste memorabele desob-sessie een punt achter. Voor de zoveelste maal verlaten we afgepeigerd en bont en blauw de Weron. De Réseau Noir, zoals we het nieuwe stuk gedoopt hebben, is vrij zwaar en de combinatie met 3/4 van de klassieke Weron, maakt het sjouwen van kitzakken met desob-materiaal tot een slopende zaak. Daarenboven hebben we de gewoonte om de Weron steeds met een minimum aan materiaal te doen (één touw van 9 meter voor alles), wat wel het opklimmen nogal sportief maakt.

 

BESCHRIJVING VAN DE RESEAU NOIR

De verschrikkelijke "Ventilateur"De Réseau Noir begint ten einde de horizontale banketten, waarbij we uiteraard niet in de "Eboulis" afdalen, maar op dezelfde hoogte blijven vervolgen ... De eerste 10 meter zijn op handen en voeten. Men bereikt een waterbassin, dat vooral 's winters de toegang tot het erachtergelegen gangenstelsel quasi afsluit. Men heeft de keuze tussen of het bassin leeghozen (een emmer voorzien, 30 minuten werk) of een nat pak. Mogelijk droogt het bassin 's zomers uit. Vervolgens 14 meter in het slijk kruipen doorheen de uitgegraven gang. We bereiken een comfortabele passage die zich splitst in twee sterk stijgende takken. We nemen bij voorkeur de linkse, waarin een klein beekje omlaag sijpelt. We chemineren er een 5-tal meter omhoog en dienen dan het grootste obstakel van de Réseau Noir te nemen : de Etroiture du Ventilateur. Het is een vertikale versmalling, die haaks wegdraait en in een nog steeds smalle cheminée uitgeeft. Gegarandeert een zeer selektieve passage !

We blijven stijgen tot de cheminée overgaat in een horizontale galerij. Merk op : de gitzwarte bodem en wanden, afkomstig van de duizenden carbuurvlammen die in de Weron hun roetwalmen hebben verspreid. De eeuwige tocht die doorheen de Réseau Noir jaagt, zuigt gedurende een groot deel van het jaar deze roetdeeltjes mee en deponeert ze op alle min of meer horizontale oppervlakken. We merken dit fenomeen tot wel honderd meter ver in de Réseau Noir. Hoog tijd dat onze (zogezegd milieubewuste) hedendaagse speleo's overschakelen op elektrisch grotten !

Na een korte maar ook zeer nauwe versmalling, kruipen we op handen en voeten een mooi gevormde drukgang door. In de bodem is een meandertje uitgegraven door een klein beekje dat wat verder vanaf rechts uit een te kleine opening komt. Na 20 meter eindigt de drukgang abrupt boven een afgrond : onder ons gaapt de Puits Oblique. Hij is zowat 12 meter diep, duikt 50 steil omlaag en is magnifiek uitgesleten in een sleutelgatprofiel. Hij eindigt op een uitgegraven en modderige passage, zonder groot vervolg. Afdalen kan zonder touw, opklimmen ook mits "enige" moeite.

Voor het vervolg van de Réseau Noir, dienen we in spreidstand over de put heen te chemineren en links te stijgen. Vallen is hier absoluut niet aangeraden ! We belanden nu in een hoge diaklaze, waarin we continu dienen te stijgen tot in een erg geconcretioneerd (maar jammer genoeg reeds bemodderd) zaaltje. Een nieuwe versmalling biedt zich aan, dan 5 meter kruipgang, nog een versmalling, tot we in het begin van een lage en smalle diaklaze liggen. Gedurende een 20-tal meters dienen we op de buik voort te wurmen over een bodem bestaande uit kleverige klei, die tijdens het kruipen oprolt tot ballen (wat uiteraard aanleiding was voor de naam "Ramping des Boulettes"). Enkele cheminées geven onderweg wat ademruimte.

De ruime Galerie du Far WestMaar dan verhoogt plots het plafond en staan we in een grote fossiele galerij, de Galerie du Far West. Ze loopt uiteraard naar het Westen. Ze is zowat 3 meter hoog en meestal 1 ?2 meter breed. Na een twintigtal meter vertakt ze zich, de linkertak eindigt in een ebouleuze zone met een mooi gecorrodeerde cheminée, waarvan de top het hoogste punt van de Réseau Noir vormt, slechts 30 m onder de oppervlakte. De rechtertak loopt nog zowat 30 meter door en eindigt eveneens in een instortingszone met een cheminée. Het enige vervolg is een nauwe en modderige meander, die na een 6-tal meter eindigt. Op een hoger niveau kan men dezelfde meander volgen, maar deze eindigt in een zone met zeer smalle spleten. De tocht verdwijnt langs hier, richting Chantoir Dellieux.

Het meandertje loopt echter ook nog een eindje terug in de Galerie du Far West zelf. Een merkwaardig cirkelvormig gaatje (40 cm breed) doorsnijdt plots de bodem : de Puits Cach?(P11). De eerste 2 meter zijn zo af te dalen (wel zekeren op looplijn) dan volgt een vrijhangende afdaling van 9 meter. We belanden in een ruime zaal van 9 x 3 m. De bodem bestaat uit blokken. In de put drupt wat water omlaag dat in de bodem van de zaal een meandertje heeft uitgesleten, jammer genoeg slechts over een 4-tal meter te volgen.

 

SPELEOMETRIE / TOPOGRAFIE

De ontwikkeling bedraagt 284 m (getopografeerd) voor een niveauverschil van +35m. De Réseau Noir overspant in vogelvlucht zowat 133m, wat meer is dan de oorspronkelijke "klassieke" Réseau die +/- 120m uitgestrekt was.

De Réseau Noir begint op een diepte van -65 m. Voor dit cijfer baseerde ik mij op een nog niet gepubliceerde topo van de (klassieke) Weron, van de hand van Yves Dubois (SCB). Dit is ongetwijfeld de meest gedetailleerde topo die van de Weron bestaat. Volgens deze topo zou de Weron -103m diep zijn (incl. doline), tegenover -110m voor de topo van Vandersleyen (1947) en -99 m (-92m + 7m doline) voor de topo van Centre Routier Spéléo (1989). De totale ontwikkeling van de Weron, inclusief de Réseau Noir, bedraagt nu om en bij de 800 m (voorlopig cijfer!).

In afwachting van de publicatie van de topo van Yves Dubois heb ik de topo van de Réseau Noir ingepast op de topo van het CRS. Met opzet koos ik niet voor de bekende topo van Vandersleyen. Deze dateert reeds van 1947 en is denkelijk voorzien van een onjuiste schaal. Op de Vandersleyen-topo bedraagt de geprojecteerde ingang-sifon maar liefst 166 m, terwijl dit in realiteit slechts 80 m is (cijfer dat zowel Dubois als CRS bekwamen).

 

GEOLOGIE / HYDROLOGIE

Daar de Réseau Noir nog niet werd bestudeerd door iemand met kennis van zaken beperk ik mij hier tot een aantal vaststellingen (onder alle voorbehoud) :

- Ondanks het feit dat de Réseau Noir stijgt en ondanks het feit dat een (recenter) beekje er in het eerste deel omlaag stroomt, is het gedeelte vanaf het begin tot aan de Puits Oblique, een stroomafwaarts deel. Het handelt om oude drukgangen, met talrijke stromingsschubben op de plafonds die de stroomrichting van het water aanduiden. Dit zou betekenen dat dit deel van de grot het oorspronkelijke "vervolg" van Weron was en dus ouder is dan de huidige "fond" en dat ooit de zone van de Weron vanaf -50m (zowat 12m boven het begin van de horizontale banketten) onder water stond. Het water steeg dan omhoog in de Réseau Noir en verdween mogelijk beneden in de Puits Oblique, naar nog onbekende gedeelten.

- Vanaf de Puits Oblique bevinden we ons in een diaklazenstelsel waarin o.m. de Galerie du Far West is gevormd. Ik ben geneigd te denken dat we hier stroomafwaarts gaan (de galerij daalt lichtjes). Aktueel doorstroomt een miniem beekje, afkomstig van een cheminée, de laatste 30 m van de galerij en loopt vervolgens in de Puits Cach? Het is zeker niet dit actiefje dat de Galerij heeft gevormd.

De Galerie du Far West ligt quasi West geori?teerd (260) en loopt op een diepte van -43m. Frappant is dat ook in de Chantoir Dellieux een grote fossiele galerij is die zich op dezelfde diepte bevindt, ongeveer dezelfde richting volgt ? in het verlengde ligt.

- de Réseau Noir wordt doorlopen door een voelbare tocht. 's Zomers zuigt de Réseau Noir lucht aan, 's winters blaast hij. Het grootste deel van de tocht die men in de klassieke Weron voelt, verdwijnt 's zomers in de Réseau Noir. Naar het einde van de Réseau Noir verspreidt de tocht zich en verplaatst zich via de nauwe spleten richting Dellieux, waar hij terug kan gedetecteerd worden.

- de Réseau Noir wordt doorlopen door 2 kleine riviertjes. Het eerste stroomt omlaag in het begin van de Réseau en is verantwoordelijk voor het in stand houden van de vo?e-mouillante. De oorsprong van het water is onbekend. Het komt te voorschijn uit een te nauwe opening, net voor de Puits Oblique. Het tweede riviertje stroomt achteraan de Galerie du Far West en druppelt omlaag in de Puits Cach? Het zou interessant zijn om 's winters, wanneer het debiet het grootst is, een kleurproef uit te voeren om de bestemming van het water vast te stellen.

- aan de oppervlakte is de loop van de Réseau Noir duidelijk zichtbaar. In de weide tussen de Weron en de Dellieux bevinden zich nl. 4 ondiepe maar grote verzakkingen die min of meer op één lijn liggen. Ze corresponderen met de cheminées in de Galerie du Far West.

 

TOEKOMSTPERSPECTIEVEN

Het is evident dat het realiseren van een verbinding Weron - Dellieux een grotsysteem zou opleveren dat qua sportiviteit en grootte (>2000m) een echte topper zou zijn. Jammer genoeg lijkt deze verbinding niet zo eenvoudig, hoewel slechts een dertigtal meter (als de topo's exact zijn !) beide grotten scheiden en de tocht w? passeert. Grote werkzaamheden zullen ervoor nodig zijn, met als probleem dat in beide grotten een lang en sportief traject moet worden afgelegd om op de werkplaats te geraken.
Mijns inziens zou het interessant zijn om door middel van radiolocatie of akoestische methoden zekerheid te bekomen over de juiste afstand tussen de twee extremiteiten van de grotten alvorens tot zulke grote werken over te gaan.

 

ENKELE TIPS VOOR DE BEZOEKER

De Réseau Noir is vrij toegankelijk voor de bezoeker die bereid is de vo?e-mouillante te passeren en die erin slaagt de Etroiture du Ventilateur te nemen, voorwaar een moeilijk obstakel.

OPGEPAST :
- zorg dat je niet klem geraakt in de Etroiture bij het terugkomen (helmriempje losmaken). Hulp bieden is er absoluut uitgesloten!
- waag je niet achter de vo?e-mouillante in slechte weersomstandigheden, sifoneren is mogelijk.
De overige moeilijkheden beperken zich tot een vernauwinkje links of rechts, de Ramping des Boulettes en vooral de aanwezigheid van enkele uiterst modderige gedeelten die alle klimmateriaal onherkenbaar maken.

Men kan een trip in de Réseau Noir naar believen gemakkelijk of zwaar maken :

- gemakkelijk, indien men géén klimuitrusting meeneemt en geen kitzak(ken) ;
- moeilijk, indien men wel klimuitrusting aan heeft, wat een vereiste is voor het afdalen van de Puits Cach?en wanneer men een kitzak bijheeft.

Dit wegens de vele vernauwingen, het scherpe karakter van bepaalde gedeelten en vanwege de quasi-onmogelijkheid om kitzakken doorheen de Etroiture du Ventilateur te krijgen (een prusiktouwtje van 4 meter voorzien om ze er doorheen te trekken).Voor het afdalen van de Puits Cach?volstaat een touw van 15 meter. Er zijn 2 spits aanwezig.

Voor een compleet bezoek aan de Réseau Noir, inclusief Puits Cach?mag men 3 ?4 uur rekenen.

Laat a.u.b. geen afval of carbuur achter en blijf met je modderhanden van de concreties.

 

WERKTEN MEE

Marc Cools, Jan Geboers, Jaak Joris, Philippe "Bibiche" Lacroix (S.S.Namur), Koen Mandonx, Micha?a Van de Casteele, Annette Van Houtte

 

OPMERKINGEN ANNO 1997

Bovenstaande tekst, vandaag amper 3 jaar oud, is hopeloos achterhaald... In 1995 immers forceerde Avalon de terminus van de Reseau Noir, ontdekte aldus de Réseau Nord, die twee maal zo groot was, en verbond het hele zootje na een memorable desobstructie met de Chantoir Dellieux! Intussen gaan de werken nog steeds door en op het moment dat ik deze regels schrijf, is de ontwikkeling van het hele systeem reeds de 3600 m voorbij! Avalons bijdrage daarvan bedraagt zowat 1800 m.

Paul De Bie,  juni 1997

 
 
Contacteer/contact us:  SC Avalon vzw
Privacy beleid: Wij maken gebruik van externe advertentiebedrijven om advertenties weer te geven wanneer u onze website bezoekt. Deze bedrijven gebruiken mogelijk informatie (niet uw naam, adres, e-mailadres of telefoonnummer) over uw bezoek aan deze of aan andere websites om advertenties weer te geven over goederen en services waarin u wellicht geïnteresseerd bent. Als u hierover meer informatie wenst of als u wilt voorkomen dat deze bedrijven deze informatie gebruiken, klikt u op deze link: http://www.google.nl/privacy_ads.html