SYSTEME WERON - DELLIEUX:
Réseau de la Topo Foutue
Over de ontdekking van een vervolg dat we in feite niet
mochten ontdekken...
1. ONTDEKKING EN EXPLORATIE
De ontdekking
Op een dag in Mei 1997 dalen Rudi, Koen en ik af in de Dellieux om daar
het touw in de door ons beklommen "Grand Puits" te gaan vervangen door een
gloednieuw 10 mm touw, dat er "vast" zal blijven hangen. Uiteraard neemt
dit hele karwei niet veel tijd in beslag en om de dag te vullen maken we
een omweg langs een deel van de grot dat we niet kennen: het stroomopwaartse
deel van de "Beau Meandre" op -65 m. Een extreme vernauwing, in de vorm
van een driedubbele "S" verdedigt de toegang (een echte "ruggekraker").
Koen ziet zich genoodzaakt te blijven wachten: hij geraakt er niet doorheen.
Er volgt een hoge, nauwe galerij, die geheel achteraan verstopt zit met
blokken. Rudi kruipt met het hoofd eerst in deze dalende terminus, om een
beter zicht te krijgen. Tijdens dit maneuver horen we plots een steen naar
beneden vallen met een bijzonder hoopgevend geluid: de blokken zijn niets
anders dan een valse vloer die een put maskeert! We kunnen onze nieuwsgierigheid
nu niet meer bedwingen en amper 5 minuten werk (met blote handen) volstaan
om de blokken door te duwen die dreunend omlaag vallen. We passeren allebei
de (nog steeds zeer nauwe) passage en chemineren een ruime diaklaze af.
Beneden presenteren zich twee vervolgen: stroomopwaarts komen we onderin
in een prachtige put die we 10 m hoog schatten: "le Beau Puits". Stroomafwaarts
vertrekt een zeer nauwe en scherpe meander, licht actief. We volgen deze
"Mééndre des Soupirs" (Meander der Zuchten) over een 30-tal meter tot waar
een extreme S-bocht mij stopt.
Terug naar Koen, die braaf heeft zitten wachten. We schatten zowat 75
m te hebben bijgevonden.
Het belang wordt duidelijk...
Het daaropvolgende weekend gaan Annette en ik terug om de topo ervan
te maken. De Mééndre des Soupires bezorgt ons vele uren "topoplezier". Tijdens
de topo bespeuren we in het dak van deze meander een gat. Het blijkt om
een opening in een "vals plafond" te gaan en de opening wordt snel met de
hamer verbreed. We komen in een fossiel en vrij ruim niveau van de meander
terecht, zowaar mooi geconcretioneerd doch heel modderig. Het geheel loopt
in kaarsrechte lijn verder over wel 50 m. Een vernauwing ter hoogte van
de vloer wordt met moeite genomen, direct erachter halen we een nat pak
in "le Bain Obligatoire"; een 2 m lange gour vol water. De galerij versmalt
, meandert lichtjes en heeft een vloer van spiegelgladde modder. We dopen
het "la Patinoire" (de schaatsbaan). De terminus is hopeloos, in een almaar
lager wordende laminoir die finaal volledig opgevuld is met klei.
Enfin, weeral 75 m erbij! Daar waar we initieel dachten dat het over
een weinig belangrijk vervolg ging, heeft het er alle schijn van weg dat
we een grote ontdekking op het spoor zijn. We lichten onze collega’s van
de SC de Belgique in en om de vrede te bewaren nodigen we hen uit om aan
het vervolg van de exploratie deel te nemen. Niemand kan zich echter in
de daaropvolgende weken vrijmaken; jammer want we verviervoudigen vrij snel
heel de zaak! Ter hunner nagedachtenis verzinnen we wel een mooie naam voor
de passage langswaar we dit Réseau hebben gevonden: "Passage Merci!"
Uiteraard topograferen we (Jaak en ik) de week daarop dit alles. We klimmen
nog 2 cheminées uit en vinden een veelbelovend gangetje dat recht boven
de "Beau Puits" uitkomt. Mooi, dat bespaart ons een artifici?e klim.
De
daaropvolgende zondag wordt een hoogdag. De passage boven de Beau Puits
wordt uitgespit, het is een magnifieke traversée boven de brede, klokvormige
put en wordt "le Beau Passage" gedoopt. Een meander vervolgt en we bereiken
een ruime zaal vol los puin. De extase stijgt ten top wanneer we wat verder
onderaan een zeer ruime en hoge put belanden: de "Puits de l’Encens" (naar
schatting 15 m hoog). De wierookstaafjes worden bovengehaald en aangestoken:
de rook wordt direct in de put omhooggezogen: het vervolg zit daarboven!
Ik krijg de eer om het obstakel uit te klimmen. De 3 anderen volgen spoedig
en boven splitsen onze wegen want er zijn naar overal vervolgen. Ik neem
de evidente weg; rechtdoor, en beland in een nieuwe cheminée, wel 20 m hoog.
Terwijl ik omhoog klim ratelen de keien omlaag wat me tot de naam "Puits
de la Mitraillette" inspireert. Boven eindigt het overal ofwel te smal,
ofwel in het puin.
Intussen heeft Koen een echte "coup de th?tre" geleverd: hij is zonder
enig beveiliging boven de 13 m diepe Puits de l’Encens getraverseerd en
heeft een ruime zaal gevonden: Salle Komando. Annette, Koen en Joël gaan
er op onderzoek en vinden aldus een zeer complex labyrinth van onstabiele
zaaltjes. In één ervan doet een enorm wankelend blok (un bloc comme-?!)
hen het hazepad kiezen. De topo wordt direct aangevat: er is veel werk aan
de winkel!
De 500 m voorbij...
Intussen heeft de hele Réseau een naam gekregen "Réseau de la Topo Foutue".
Immers, de topo’s van het Systeem W?on-Dellieux, die eindelijk geheel af
waren en drukklaar, zijn effectief "naar de kloten": de nieuwe Réseau ligt
pal boven (plan) of voor (coupe) de reeds getekende galerijen... Alle werk
moet dus opnieuw gebeuren.
In de daaropvolgende maanden keren we nog vele malen terug naar het Réseau
dat groeit als kool. In de complexe middenzone vinden we nog verscheidene
zaaltjes bij, waaronder de extreem onstabiele Salle du Mammouth waarin we
een fragment van een mammoetslagtand vinden. Deze zaal ligt bijna op het
niveau van de ingang. Tijdens de topowerken gaat Claudine per ongeluk op
het "Bloc Comme-?" staan en aldus dondert de kolos omlaag. Ik kan maar
net opzij springen... (zulke spektakels waren niet ongewoon tijdens de explo
van deze zone). De ontwikkeling overschrijdt reeds de 500 meter!
Bingo!
De topo wijst uit wat we al langer vermoedden: onze Réseau nadert op
verschillende plaatsen vrij dicht de klassieke Réseau. Een verbinding zou
ideaal zijn, want de enige toegangsweg is nog steeds via de "ruggenkraker"
op -65m, waardoor hooguit 1/3 van de clubleden kan meegenieten van de exploratie
De "ruggenkraker" is zo’n geniale passage dat we het niet over ons hart
krijgen ze te verbreden. Aldus wordt een dag georganiseerd, waarin één ploeg
in de klassieke Réseau (buurt van Escalier Pr?identiel) en een andere in
de nieuwe Réseau met mekaar in verbinding trachten te komen. Onmisbare hulp
hierbij is de draadloze "grottelefoon" waardoor beide ploegen met mekaar
in contact kunnen blijven. Binnen het uur hebben we prijs en horen we heel
in de verte de anderen roepen. Het geluid komt van boven een 3 m hoge cheminée
die boven geheel dicht zit met blokken en klei. Gedurende verschillende
uren wordt er als gek aan beide kanten gegraven en gesleurd. Tegens ‘s avonds
is er een zeer nauwe passage vrijgemaakt, nog extreem onstabiel. Annette
geraakt er als enige doorheen. Claudine en ik, die zich in de "Réseau de
la Topo Foutue" bevinden, zien zich verplicht om opnieuw een hele omweg
via de "ruggenkraker" te maken.
Slotwerkzaamheden
De zomer nadert zijn einde. Eind augustus wordt de Passage Bingo omgetoverd
tot een comfortabele binnenweg, waarmee we op een snelle en gemakkelijke
manier in het Réseau geraken (slechts 10 minuten van de ingang verwijderd).
Aldus wordt de topo, die maar niet af schijnt te geraken, dan toch beééndigd
en afgesloten op de niet onaardige lengte van 615 m. Als laatste wapenfeit
wordt in 2 dagen tijd een 5 m lang gangetje uitgegraven, ten einde "la Vraie
Galerie". We belanden in een ruime gang (grote vreugde)... voorzien van
enkele carbuursporen (teleurstelling). Al gauw herkennen we de plaats: we
hebben alweer een verbinding bij met een gekend deel van de grot, nl. met
de "Réseau Bowling" en wel meer bepaald vlak bij de mooie Galerie des Surprises.
Ter ere van Prinses Diana, vandaag verongelukt, dopen we deze bijzonder
modderige en kleverige nieuwe verbinding "Passage Diana".
Ook wordt nog (bijna) een vierde verbinding met de klassieke Réseau gemaakt,
die uitgeeft onderaan de put van 4 m, nabij de "Galerie des Contorsionistes".
Echter, gezien er al mogelijkheden genoeg zijn om de "Topo Foutue" te bereiken,
verbreden we de laatste (te nauwe) 1,5 meter niet meer en stellen we ons
tevreden met het doorgeven van de decameter...
In totaal hebben we de exploratie in 12 weekends afgerond, althans dat
hopen we toch...
2. BESCHRIJVING RESEAU DE LA TOPO FOUTUE
Er zijn 3 verschillende manieren om dit Réseau binnen te "gaan":
- langs de "Passage Merci!", die stroomopwaarts van de Beau Mééndre
ligt en de originele toegang is.
- langs de "Passage Bingo!", aan de voet van de Escalier Pr?identiel.
- langs de "Passage Diana", in de Réseau Bowling gelegen nabij de
Galerie des Surprises.
Omdat de Passage Bingo! de gemakkelijkste en snelst bereikbare weg is,
vertrekken we hier. Deze passage bevindt zich aan de voet van de Escalier
Presidentiel, op een diepte van -35meter. Men arriveert bovenaan
een putje van 3 m dat men moet afklimmen. Beneden staat men in de Salle
du Beau Plafond (met een bizar uitgesleten plafond). Hier worden de zaken
onmiddellijk ingewikkeld: deze zaal ligt ongeveer op halve hoogte van het
bijna 75 m diepe Reseau de la Topo Foutue. Laat ons beginnen met een bezoek
aan het bovenste gedeelte. We klimmen een steile modderige helling op en
belanden in een instortingszone. Kleine zaaltjes zijn er op diverse manieren
met elkaar verbonden; te ingewikkeld om uit te leggen. Dit hele zootje stijgt
tot op het niveau van de ingang! Enkele markante punten (van onder naar
boven):
- De "Vraie Galerie" , eindigend op een uitgegraven gangetje dat toegang
geeft tot de Réseau Bowling, vlakbij het begin van de imposante Galerie
des Surprises. Dit doorgegraven gangetje heet de "Passage Diana".
- De "Salle du Bloc-comme-?" (Salle BCC), langwerpige zaal waarvan het
plafond wordt gevormd door een steil hellende laagvoeg.
- De "Salle du Mammouth". Men dient hiervoor de nauwe laagvoeg in het
dak van de Salle BCC te beklimmen en een zeer onstabiele passage te nemen,
tussen hangende blokken. Uiterste voorzichtigheid is nodig! Deze zaal is
ruim en koepelvormig en vormt het hoogste punt van de hele Réseau.
Terug in de Salle du Beau Plafond, kunnen we op diverse manieren naar
het onderste deel van het Réseau geraken. Ofwel neemt men een scherp stukje
meander, dat vertrekt in de westelijke hoek van de zaal. Ofwel een zeer
nauwe passage, in de vloer van de oostelijke hoek van de zaal. Ofwel klimt
men terug omhoog richting Vraie Galerie, en neemt men links tussen de blokken
een dalende en onstabiele passage. Ofwel klimt men tot in de Salle BCC,
en zoekt men daar een dalende - weeral onstabiele - passage, gevolgd door
een P3. Ofwel... etcetera!
Wat
men ook doet, alle wegen leiden naar... de Salle Komando. De Salle Komando
domineert de indrukwekkende Puits de l’Encens (P13). Men kan eventueel deze
mooie put vrijhangend afdalen, doch wil men de gehele Réseau zien, dan moet
men de put via een spectaculaire looplijn bovenaan traverseren. Een hoge
diaklaze vervolgt, waarin men al gauw een meter of 4 moet omhoog chemineren.
Men vervolgt 10 ?15 m en komt onderin een hoge doch niet brede cheminée:
de Puits de la Mitraillette. Hierin kan men een eerder ge?poseerde beklimming
maken die ons 20 m hoger leidt tot in een serie onstabiele zaaltjes (opgepast!).
Terug dan naar de Puits de l’Encens, die de liefhebbers van ge?poseerd
klimwerk vrij kunnen afklimmen. De anderen nemen het vaste touw. Beneden
komt men in een ruime en ébouleuze galerij. In een bocht naar links vertrekt
rechts een zeer klotig meandertje (Mééndre Affreux) dat onderin een mooie
P8 (Puits Jumeau)uitkomt, die dan weer aan zijn top verbindt met de Salle
Komando. Onnodig hier tijd aan te verspillen. We volgen de ruime galerij,
die meandervormig wordt en dan middels een superbe passage (vaste looplijn)
boven de "Beau Puits" uitkomt. Deze passage, boven de 8,5 m diepe en klokvormige
put is z?r esthetisch. Touwliefhebbers dalen de Beau Puits af, anderen
traverseren hem langs boven en komen aldus, 7 m verder, tot vlakbij de "Passage
Merci", langs waar de Réseau de la Topo Foutue werd ontdekt. Vlak onder
deze passage klimt men naar beneden en vervoegt men de ruime galerij die
van de Beau Puits komt.
De Beau Puits is licht actief en dit kleine "pisje" heeft stroomafwaarts
een bijzonder pittige meander uitgesleten: de "Mééndre des Soupires". Liefhebbers
met een elastieken ruggengraat en die niet op een scheur in de texair meer
of minder kijken, kunnen deze nauwe meander over een 40-tal meter volgen
tot waar hij echt te smal wordt. Dit is het diepste punt van de Réseau.
Deze meander is echter slechts het recentere onderverdiep van een ruimere
en zowaar geconcretioneerde galerij, de Galerie des Sourires. Bereikbaar
door op de juiste plaats in de meander omhoog te klimmen en een gedesobstrueerd
gat in een "vals plafond" te passeren. Ook hier zijn er 2 verdiepen, het
bovenste loopt na 20 m dood, doch men kan vooraan wat zakken en aldus in
een lang vervolg belanden. Onderweg dient men "le Bain Obligatoire" te passeren,
een gour vol water, aan beide zijden verdedigd door een stel prachtige étroitures
waardoor men verplicht wordt zich zeiknat te maken. Deze vernauwingen zijn
nog steeds in hun originele staat en wij vragen de bezoekers om het werk
van de natuur hier te respecteren! Finaal komt men in een zeer modderige
glijbaan terecht, "la Patinoire" die eindigt in een hopeloos gangetje.
3. SPELEOMETRIE RESEAU DE LA TOPO FOUTUE
De totale lengte bedraagt 615 m, voor een niveauverschil
van zowat 75 m tussen de top van de Salle du Mammouth en de
terminus van de Mééndre des Soupirs.
4. GEOLOGIE/HYDROLOGIE
Net als de Réseau Nord, kan de Réseau de la Topo Foutue beschouwd worden
als een aparte chantoir, waarvan het verdwijnpunt zich dicht (een tiental)
meters van de actuele ingang moet hebben bevonden. Gezien de vaak grote
afmetingen van de galerijen en putten, is het m.i. best mogelijk dat deze
een belangrijke rol heeft gespeeld. Het fragment mammoetslagtand, dat zich
in de belangrijke opvulling van de Salle du Mammouth bevindt, kan (na een
ouderdomsdatering) een indicatie geven van het tijdstip waarop de chantoir
verstopt geraakte. Momenteel is het Réseau nog amper actief. Een zeer klein
riviertje kan vanaf de voet van de Puits de l’Encens gevolgd worden tot
ten einde de Mééndre des Soupirs.
5. TOEKOMSTPERSPECTIEVEN
Het
staat vast dat de Dellieux nog niet "gedaan" is. Doch deze grot wordt door
een andere club (SC Belgique) beheerd en het is aan hen om de geheimen te
ontsluieren die de grot nog in petto houdt. Voor wat betreft de zones waar
we werkzaam zijn geweest, blijven nog enkele objectieven openstaan. Uiteraard
zijn ze geen van allen gemakkelijk realiseerbaar, anders hadden we dat al
lang gedaan:
- Grand Puits: het zou mogelijk moeten zijn om deze put te verbinden
met de ingangszone van de grot. Hierdoor zou deze put pas "functioneel"
worden. Echter een zeer gevaarlijke en moeilijke werkplaats in de
"rotte" top van de put.
- Meandre des Soupirs: de extreem smalle terminus werd enkel bezocht
door onze "étroiturenrat-bij-uitstek", Rudi Bollaert. Theoretisch zou deze
meander voorbij de eindsifon van de grot kunnen uitkomen.
Beide objectieven staan nog op onze verlanglijst (kwestie van er de tijd
voor te vinden).
6. TIPS VOOR EEN BEZOEK
Gelukkig is dit stuk via de Passage Bingo snel bereikbaar (10 minuten
van de ingang). Een compleet bezoek aan dit Réseau mag je toch wel op een
4-tal uurtjes rekenen. Je hebt er niet pers?klimuitrusting voor nodig,
maar dan mis je wel de mogelijkheid om de toch wel mooie "Puits de l"Encens"
en "Beau Puits" af te zeilen...
Aangezien er verschillende toegangen zijn naar het Réseau, is de plezantste
manier om er bv. langs de Passage Bingo in te gaan en het langs de Passage
Merci terug te verlaten. In dit laatste geval heeft men dan wel de extreme
"ruggenkraker" aan zijn been die vlak voor de Beau Meandre ligt.
7. WERKTEN MEE AAN DE EXPLO "RESEAU DE LA TOPO FOUTUE"
Het betreft allen personen die ten tijde van de exploratie lid waren
van SC Avalon. Gelegenheidsbezoekers zijn niet vermeld. Mocht ik iemand
vergeten zijn: mea culpa en toch bedankt!
Paul De Bie (12x), Rudi Bollaert (5x), Annette Van Houtte (4x), Joël
Hosselet (2x), Mark Michiels (2x), Micha?a Van de Casteele (2x), Claudine
Wagemans (2x), Patrick Hamers (1x), Jaak Joris (1x), Koen Mandonx (1x),
Rik Martens (1x), Guy Van Rentergem (1x)
8. NAAMGEVING
Hieronder volgt de herkomst van de belangrijkste namen.
Chem. de la Mitraillette
|
Tijdens de eerste klim werd de naklimmer "gemitrailleerd" door
het vele losse puin.
|
Galerie des Sourires
|
"Big smile" bij de ontdekking ervan.
|
La Vraie Galerie
|
Inderdaad het enige stukje mooi uitgespoelde galerij in een enorm
blokkenstort.
|
Le Beau Passage
|
Uiteraard boven de Beau Puits
|
Le Bain obligatoire
|
Waarin men onvermijdelijk nat wordt.
|
La Patinoire
|
Bij de ontdekking was de modderlaag op de vloer spiegelglad en
glanzend, een echte schaatsbaan.
|
Le Beau Puits
|
Prachtige, ruime en klokvormige put
|
Le Puits Jumeau
|
Een kleiner tweelingbroertje van de Puits de l’Encens.
|
Mééndre des Soupirs
|
Er zijn, tijdens het topograferen, ontelbare zuchten in geslaakt.
|
Passage "Merci!"
|
Met dank aan onze collega’s van SCB die deze passage vele jarenlang
hadden laten liggen, in afwachting van onze komst...
|
Passage Bingo!
|
Het lokaliseren en desobstrueren van deze passage was van de
eerste keer raak: "Bingo!".
|
Passage Diana
|
Verbinding met Réseau Bowling, bijzonder modderig, gevonden op
de dag dat Lady Di crashte...
|
Réseau de la Topo Foutue
|
De zopas getekende topos waren naar de kloten...
|
Salle du Mammouth
|
Hier ligt een 15 cm groot fragment van een mammoetslagtand
|
Salle & Passage Komando
|
Voor het eerst gedaan door waaghals KOen MAnDOnx.
|
Salle du Bloc-comme-?
|
De eerste explorators werden er bijna verpletterd door een "bloc-comme-?"
|
|