SYSTEME WERON - DELLIEUX
De topografie
De topo was een enorm karwei, gerealiseerd tijdens vele tientallen toposessies,
verspreid over een periode van bijna 8 jaar (1989 -1997). Yves Dubois had
de leiding over de topo van Chantoir Dellieux en het gedeelte van de W?on
dat voor 1993 bekend was. Ikzelf nam in de W?on de Réseau Noir, Réseau
Nord, Réseau Amont en Jonction voor mijn rekening. In de Dellieux herdeed
ik de topo van Système D en werd de topo van de Réseau de la Topo Foutue
gemaakt. Uiteraard werden we hierbij bijgestaan door een massa vrijwilligers,
die we van ganser harte danken! In 1993 werd de oppervlaktetopo gemaakt
door Renaud Delfosse (GS TROLL) met een theodoliet.
De omstandigheden ondergronds waren moeilijk: vele vernauwingen, instortingszones,
cheminées, modderbaden enz. Toch werd een uiterste precisie betracht. Terwijl
Yves gebruik maakte van een topodoos Vulcain (topofil), werkte ik met een
decameter, Suunto kompas en de elektronische Bosch-clinometer met laser
(zie Spelerpes 78 van 1996 of Regards 26 van 1996).
Het uittekenen van de topo’s gebeurde enerzijds door Yves, anderzijds
door mij, waarbij vooral de prestatie van Yves moet worden onderstreept
om het zeer complexe plan van de Dellieux op papier te krijgen. De finale
synthese gebeurde door mij. Er werd gekozen om de doorsnede zowel op de
Noord-Zuid as, als op de Oost-West as uit te werken: een serieuze extra
inspanning, zowel voor het onder-als bovengronds tekenwerk. Echter een absolute
noodzaak om een goed inzicht van de grot te krijgen!
Alle topo gegevens werden bij mij samengebracht en verwerkt met het Engelse
programma "Survex".
Echter, nadat de topo’s "definitief" hertekend waren, kwam de ontdekking
van het "Réseau de la Topo Foutue" roet in het eten strooien daar dit stuk
grote delen van de Dellieux overlapte. Ik besloot met pijn in het hart om
van nul te herbeginnen. Alle topogegevens werden overgenomen in een nieuw
computerprogramma "Compass for Windows". Op deze "finale" versies van de
topos werden ineens Trou de l’Eglise en Trou Dury bijgetekend.
PROBLEMATIEK VAN DE "SLUITING":
Na het maken van de "Jonction des Quatre", waarbij W?on en Dellieux
verbonden werden, kwam het uur der waarheid en konden we door het sluiten
van de topocircuits een idee krijgen van de fout op de topo. In eerste instantie
werd deze als veel te groot ervaren: 7 m in plan en 5 m in diepte! Sommigen
mogen hiermee tevreden zijn; wij zeker niet! Begon dan een periode van vele
maanden waarbij alles eerst op papier geverifieerd werd, en vervolgens op
het terrein. Ik herdeed de topo van de klassieke W?on, tot aan het begin
van de Réseau Noir . Het verschil met Yves’ bevindingen was gering (<1 m).
Daar zat de fout dus niet! We herdeden het Système D, wat toch moest gebeuren
gezien de vele nieuwe ontdekkingen in die sector. We deden een radiolocatie
met de inductieradio van Jan Geboers (zie Spelerpes 79 van 1996), om een
punt in het Système D en in de Salle de la Molaire t.o.v. de oppervlakte
te bepalen en ook de diepte ervan te meten. Ik herdeed de oppervlaktetopo
W?on-Dellieux en linkte deze aan de met de radiolocatie gevonden plaatsen
in de weide.
Zonders in details te willen treden (nogal technische en droge kost!)
konden we uit al dit extra werk (+/- 5 dagen) twee zaken afleiden: 1) de
sluitingsfout in diepte moest veroorzaakt worden door een fout in de Dellieux,
in de buurt van het Carrefour des Petis Jus, en 2) de fout in plan was er
niet: de met de theodoliet gemaakte oppervlaktetopo was gewoon slecht ge?ienteerd
t.o.v. het Noorden en moest 1,3 graden gedraaid worden (men moet weten dat
een theodoliet enkel hoeken meet en geen kompasrichtingen. De ori?tatie
van de oppervlaktetopo was destijds gebeurd door één simpele meting met
een Suunto kompas, waarbij een fout van 1? werd gemaakt...)
Yves controleerde opnieuw alle topogegevens en vond effectief een station
nabij de "Petits Jus" dat verkeerd genummerd was!
De sluitingsfout werd gereduceerd tot:
- 1,03 m in X
- 0,13 m in Y
- 1,15 m in Z
Persoonlijk vind ik dit een formidabel resultaat voor een topo van bijna
3 kilometer...
NOG ENKELE CIJFERTJES:
De topo W?on-Dellieux bevat +/- 1200 metingen. Als we de totale lengte
van de grot (3600 m) hierdoor delen, dan stellen we vast dat een gemiddelde
"vis?" slechts 3,00 m lang is: dit is normaal voor een Belgische kruipgrot!
In realiteit werden bijna 1400 metingen gedaan (een Belgisch record voor
één grot?), daar zoals gezegd een groot deel van de W?on een tweede maal
werd getopografeerd, evenals Systeme D, en men ook de oppervlaktetopo’s
moet tellen!
Tijdens een gemiddelde topodag werd 100 ?150 m gevorderd. Een Fransman
zal er eens hartelijk om lachen, maar hij mag het hier altijd eens komen
voordoen!
Brengen we ook Trou de l"Eglise en Trou Dury in rekening, dan komen we
aan ongeveer 1614 meetstations...
|