Home De Avalon Pagina's Grotten in Belgie The Avalon Pages Caving in Belgium

Custom Search
 


Ecological Chemistry:


Caving & Climbing gear:

Outdoor and Innovation

Gemeente Edegem:

 
SDWorx:


Omhoog/Up

Hotnews Welkom bij Avalon! Wat doen wij? Jaaroverzichten Jaar tot Jaar Straffe verhalen Europese grotten Onze ontdekkingen Grotbescherming Techniek Software Memoires holenmens Explo's Anialarra Fotogalerijen Artikels & Docs De Avalon Flash Video Zone

DE ANIALARRA "I" EXPEDITIE 2006 (AUG)
Take me to the river!



Het was de tiende expeditie, inderdaad een jubileum-expeditie dus.  De eerste vond plaats in 1997.  In 2005 waren we eindelijk het enorme blokkenstort voorbij geraakt op -648m, waarin de rivier verdwijnt. Het spreekt vanzelf, dat we in 2006 hoopten de rivier weer te vinden...

De rivier rond -600 m (extreem lage waterstand)   

De eerste week

Murphy strikes again...
Een eerste ploeg (Bart, Erik VDB, Paul) trok voor 4 dagen naar het bivak in de Salle des Marsupilamis, voorbij de fond van het Systeem.  De eerste avond was een Murphy-avond die werd besteed aan het herstellen van de bivaktenten, het Peak One benzinevuur en de Ryobi-boormachine.   De tweede dag exploreerden we eerst de put die Mark en Eric Boyer vorig jaar in het stroomopwaartse deel van de Galerie Lagaffe had tegengehouden.  Deze was 25 m diep doch liep dicht op een te smal meandertje (met aanzuigende tocht).   Daarna werd de put langs boven getraverseerd en aldus meer dan 100 m mooie galerij in kaart gebracht: Galerie Spirou. Einde op een klein blokkenstort. Daar werken heeft niet zoveel zin, we gaan hier immers stroomopwaarts.  Die dag werd ook een verbinding gemaakt tussen de Galerie Spirou en de basis van de grote Puits des Daltons.  Mooi want dankzij deze sluiting konden we een fout in de topo van 2005 lokaliseren.

De dag werd afgesloten met het uitkammen van het door Mark en Eric in 2005 verst bereikte punt: het einde van de Galerie Lagaffe.  Zicht op een klein, open te maken putje, echter amper courant d?air.  Die avond in het bivak waren we dan ook wat gedeprimeerd: veel evidents was er niet meer over.

De dag nadien togen we naar dat putje ten einde de Lagaffe. Dankzij de Ryobi werd het opgeknald (ruim 3 uur werk); eronder zat een smalle put van 13 m die wel fel aanzoog. Bart passeerde beneden een zware etroiture, om te zien dat het vervolg enkel een ondoordringbare verticale spleet omlaag was. Jammer.

De immense Salle gargamel, ontdekt in 2005

De Lagaffe werd nogmaals uitgevlooid, immers ergens in de galerij verliest men de hevige tocht.  Vergeefs, de tocht verdwijnt progressief via spleten in de vloer naar onbekende, lager gelegen galerijen..

Om de dag te besluiten daalden we de put bovenaan de Galerie Azrael af: een mooie put van 37 m, eindigend op een keienvloer.

Onze tocht had dus niet veel opgeleverd, 200 m topo en nog slechts één mogelijkheid om verder te werken: de Puits des Daltons, en dat was zwaar desobstructiewerk.   Terugtocht op de vierde dag. Onderweg, op -200 vonden we een briefje van onze opvolgers Annette en Mark: Annette had haar rug bezeerd en ze waren teruggekeerd.

Inderdaad, Murphy bleef ons achtervolgen.  Niet alleen was die tweede ploeg plots herleid geworden tot twee personen doordat een zekere Jaco (NL) wegens ziekte was thuisgebleven, anderzijds kwam er nu dit stomme incident roet in het eten gooien. Gelukkig hadden Mark en Annette de voorbije dagen al wel de FR3 tot op -160 m geëquipeerd.

 

De tweede week

Versterkingen arriveerden onder de vorm van Marcel, Tjerk en Mario maar doordat Mark vroeger naar huis wilde, konden we daar niet op wachten. Ik zag me dus verplicht om na slechts 1 dag re?p alweer het zonlicht in te ruilen voor 3 dagen duisternis en kou (de temperatuur aan het bivak was een frisse 3,5?C constant) en met Mark op pad te gaan.  

Een groot donker gat...
We maakten onderweg vele foto?s en probeerden ons niet te haasten, maar Mark verstuikte al vrij gauw (aan de Shunt du Vent) zijn linkervoet. Nogal serieus en het zag er even naar uit dat we mochten inpakken. Maar Mark beet door en zo arriveerden we toch tegen 17u in het bivak.  Mijn vat was daar in feite af, doch Mark stond te popelen om te gaan werken beneden de kleine putjes van de Puits des Daltons. Dus, coup de pompe of niet, wij naar daar.  Kleine putjes met versmallingen tussen: een kruising tussen Trou Bernard en de Chawresse.  Het laatste putje eindigde op een hopeloze spleet, 15 cm smal over zeker 3 m en geen nieuwe put in zicht.  Maar bangelijke dalende courant d?air en dus gingen we met de Ryobi en veel Boma-worsten aan de slag.  Tegen 23 u hadden we plots zicht op een groot donker gat: hoera een grote put in zicht.  Na middernacht in ons bed maar voor sweet dreams ditmaal!  Onze berekeningen hadden uitgewezen dat we nog ?maar? 37 m dienden te zakken om de schist (en dus de rivier?) terug te bereiken.

Daags nadien, gauw naar daar. Nog een paar uur knallen en werken en ik kon juichend een grote put afdalen, de Puits Lucky Luke, die het dak van een heel grote galerij doorsnijdt. Een forsgebouwde gang van zeker 5x5 m (de naam Galerie Jerom waardig dus) die ik naar beide kanten ver zag doorlopen.  En nog hangend aan het touw voelde je al de courant d?air die door deze gang blies. Toen eigenlijk, op dat moment, wist ik dat we ?het? vervolg eindelijk te pakken hadden.

De Puits Lucky Luke komt in een grote galerij uit

Eindelijk het vervolg!
Onderin de  15 m diepe put liep het dood.  Echter mijn hoogtemeter leerde me dat we hier de diepte van -648m hadden overschreden: de grot was eindelijk, na 20 jaar, wat dieper geworden. Daar stonden we dan onderin die put! Aan één kant van de put kon Mark, op onstabiele blokken een meter of 12 omhoogklimmen en zo in de grote galerij boven geraken. Echter daar voelden we direct dat we aan de verkeerde kant stonden, we kregen de tocht in het gezicht. Wat verder stopte een nieuwe en diepe put ons trouwens. De overzijde van de galerij bereiken was andere koek, maar na een uurtje waaghalzerij stonden we daar toch.

Ze splitste direct, wij namen de rechtersplitsing, in de veronderstelling dat beide gangen evenwijdig liepen. Kapitale blunder, zo bleek later.  Na honderd meter niet erg grote galerij (2x2) bereikten we een mooi zaaltje van 10x10 m, Salle Barabas. Hier speelden we de felle tocht kwijt.  Een afdaling tussen grote blokken leverde nog honderd meter dalende galerij op, met opnieuw tocht, maar jammer genoeg eindigend op een instorting.   Het was al laat, dus al topograferend terug naar ons begin.

Bijna dood...
Bij het uitklimmen van de Puits Lucky Luke besloten we de Ryobi boormachine te laten renderen en onderweg nog wat vernauwingen te verbreden. Tijdens dit werk viel, wegens de trillingen, plots een enorm blok uit het plafond, wel 200 kg zwaar.  Zo een plaat van 1 meter groot en 30 cm dik.  We zaten allebei vlak achter elkaar in een soort meander en konden geen kant op, het blok viel van 1 meter recht boven me. Maar er is vast en zeker een engelbewaarder voor speleologen, want het blok kantelde al vallend en viel net tussen ons in. Het raakte mijn nek en rug (zonder erg) en blokkeerde me in de meander, het kwetste Marks? (andere) voet (laars en zelfs neopreensok doorgesneden), maar we overleefden het! Mark kon me vanonder het blok bevrijden. Onwaarschijnlijk, en één van de meest intense half uurtjes uit mijn loopbaan.  Weer na middernacht in bed en ?s anderendaags naar buiten, h?l tevreden en weer wat ervaringen rijker!  

Intussen had de bovenploeg (Annette, Tjerk, Marcel) nog een mislukte poging in de FR3 achter de rug: Tjerk geraakte niet door de ?Meandre Sanglant? op -80m.   Dit inspireerde Mario en Erik VDB om het obstakel eruit te gaan blazen: dank u mannen!

De hond van Lucky Luke wijst de weg
De derde fond-ploeg, die eveneens voor drie dagen vertrok, had dus goede perspectieven.   Het was een viertal: Annette, Tjerk, Marcel en Bart die de Galerie Jerom verder konden exploreren.  Ze kamden eerst de zone nabij Salle Barabas verder uit zonder resultaat.  Ze daalden de put af, die Mark en ik hadden gezien aan de stroomopwaartse kant van de Galerie Jerom. Maar deze Puits Lambique bleek slechts 12 m diep en dood te lopen.

Aragonietconcreties in Galerie Jerom, horizontaal geblazen door de hevige tocht

Dan kozen ze het goede spoor: de splitsing nabij het begin van Galerie Jerom.  De neus van de hond van Lucky Luke wees hen de weg in deze Galerie Rantanplan, die een onderdeel van een oud freatisch gangenstelsel was met zonder overdrijven wel 15 zijgangen, die nog allen onderzocht moeten worden.  De felle tocht in de rug pushte hen al topograferend verder.   Toen na een paar honderd meter de gang groter en groter werd, werd de topo terzijde gelegd en samen bereikten ze aldus een 15 m hoog balkon dat uitzicht gaf op een enorme ruimte: een echte zaal!  Na een uur zenuwslopend spits slaan met het nog enige resterende en half defecte spithandvat, konden ze met hun laatste touw afdalen in de Salle Sidonie. Een grote, ébouleuze zaal, wel 75 m lang en 40 m breed.   Na het beklimmen van de klassieke puinberg in het midden, daalde de vloer weer om dan over te gaan in een te steile afklim/put waarin een veelbelovende tocht omlaag joeg. Gezien het bijna middernacht was, werd de explo daarvan aan de volgende ploeg overgelaten.

Moet het gezegd worden dat deze ploeg dolgelukkig haar bivak weer opzocht, met +400 m topo in the pocket?  Het late uur, 3 u ?s morgens, werd er met de glimlach bijgenomen.

De terugkomst van het viertal, ?s anderendaags laat op de camping, was voor iedereen een heel plezante belevenis. Zoveel mogelijkheden nog te exploreren, een grote zaal, nog steeds tocht?. We wisten in elk geval wat te vertellen op de ARSIP-bijeenkomst, die zondag! 

In de FR3 was er eindelijk vooruitgang. Erik VDB, Mario en Paul hadden de boel geëquipeerd tot in de rivier (-360 m) en het hele stroomafwaartse stuk opgemeten, zowat 300 m.  Een mooie en grote galerij, en de nieuwe topo bracht de terminus wel heel erg dichtbij ?het Systeem?.  En die terminus stopte niet echt: een uit te graven laminoir met zelfs wat tocht!

De derde week

Het vierde en laatste ploegje dat naar de fond vertrok, voor een drie-daagse, was het trio Paul, Erik VDB en nieuwkomer Erik B.  Enerzijds om foto?s te maken, anderzijds om verder te exploreren. Dat fotograferen was een redelijke kwelling voor fotograaf Paul: probeer maar eens twee mensen met dezelfde naam aanwijzingen te geven.  

- Erik, kun je twee meter naar links gaan?

- En Erik, kun jij de flitser meer omhoog richten en op dat blok gaan staan. 

- Nee Erik, jij niet, de andere Erik bedoel ik!! 

- STOP, Erik wat doe je nu, ik zei toch naar links gaan? 

- En jij Erik, kom weer van dat blok af! 

- NEE! DE ANDERE ERIK! 

- AAARGHH!

Enfin, er werden gelukkig toch wel wat geslaagde foto?s gemaakt. En finaal noemde ik Erik B., de kleinste, ?Erikje? en ging het ?commanderen? al wat vlotter.

Erik VDB, de Viking dus, had echter één of andere infectie vast want was slap, moe, en misselijk.  En hij zeulde daarbij weer met de zwaarste kitzak van ons drie?: de allergrootste sherpazak die bij De Berghut te koop was.    Toen we aankwamen in het bivak was hij nog net in staat om eens goed te gaan kotsen en drie hondenzakjes vol te sch? en in zijn bed te duikelen. 

Erikje en ik gingen dan maar, met de 5 kg moeizaam meegezeulde snelcement, de drie onstabielste blokken in de trémie wat vaster metselen.

Een plotse crue
De volgende ochtend was de Viking al wat beter.  Eerst naar Salle Barabas om daar nog zowat 100 m resterende topo af te werken. Dan naar die befaamde Galerie Rantanplan, mooi en om snipverkouden in te worden van de tocht.  We pikten er de topo van Annette op en dienden nog ruim 100 m te meten voor we aan het indrukwekkende balkon boven Salle Sidonie arriveerden.  Net toen we aankwamen (15u30), hoorden we plots water beginnen bulderen. Een crue!  Voor ons niks aan te hand, maar ik maakte me direct ongerust want ik wist dat er vandaag een ploeg in de FR3 zat, incluis mijn eigen vrouw en dochter. En die FR3 was dus echt wel een zeer crue-gevaarlijke grot.  

Galerie Rantanplan

In Salle Sidonie zochten we naar de oorsprong van het water en kwamen zo aan een actieve put terecht waarin een gezwollen beek van gelig water zich omlaag stortte.  Mogelijk een toegang tot de rivier maar vandaag was dit zelfmoord.  Verder dus. Salle Sidonie verdiende een gedetailleerde topo langs beide wanden maar om tijd te sparen beperkten we ons tot een snelle meting doorheen de zaal, tot aan het putje dat onze voorgangers had gestopt. Touw rond een groot blok, en omlaag maar. We stonden in een 3 meter brede gang die wel 20 meter hoog was, een canyon!  Gedrie? sprintten we er doorheen, de naam Galerie Michel Vaillant leek gepast.

Toen kwamen we plots aan een diep zwart gat, een nieuwe put.   Langs boven afdalen met ons 15m touw lukte niet, echter we konden een stuk afklimmen en eens daar beneden (8 m) eindigde de canyon, of nee, toch  niet: 10 meter hoger liep hij gewoon door en nog veel breder dan voorheen. De klim was echter niet zonder zekeringstouw te realiseren.  Maar, net op deze plaats, was er een afslag naar rechts, en we zagen een grote zwarte ruimte. We klauterden nog 5 meter omlaag en stonden in een zanderige zaal, zowat 15 m breed.  Ze werd, naar de gelijknamige stripheldin, ?Salle Sophie? genoemd.

Salle Sidonie, 75 m lang

De anticlimax
En toen? hoorden we het gedreun van een rivier. Niet zomaar een prutsbeekje, neen een grote rivier die met veel gedruis en echo haar weg zocht in een grote galerij.  DE RIVIER!  De rivier, die we op -648 m voor de tr?mie verliezen en waar we nu al dagenlang naar op zoek zijn. We gingen op het geluid af, moesten echter gauw bukken, dan kruipen, en 5 meter verder?. versperde een omlaag gevallen rotsblok ons de weg.  Wat verder was het alweer zeer ruim, maar door deze vernauwing geraakten we echt niet. Wat een anticlimax!  Nederlandse en Belgische scheldwoorden lieten de vernauwing en het ?kutblok? niet zichtbaar van gedacht veranderen, dus rechtsomkeer maar.  Al topograferend terug naar de Salle Sidonie, en daar inpakken, en wegwezen.

Erik zijn ziekte was plots genezen overigens.   ?s Anderendaags naar buiten.  Op dit 3 km lang traject weten we elk blok intussen liggen, en minder dan 6 uur na ons vertrek stond de eerste in het koude en beregende landschap buiten.

Het FR3 team bleek door de crue niet al te zeer gehinderd te zijn (maar wel mestnat buitengekomen) want het bijzonder zware onweer was gelukkig een paar km westelijker op zijn hevigst geweest.  Annette had met Odile en Kim een flink stuk van de amonts gemeten, Patrick en JP hadden stroomafwaarts gegraven.  Mooi, zo resteerde nog enkel de topo van de putten en het desequipement.   De week was bijna om maar dankzij een grote inspanning van het duo Tjerk/Marcel, gevolgd door Stoche, Patrick en JP, geraakten beide karweien op de laatste vrijdag van ons verblijf zelfs nog afgerond!

Resultaten

We kunnen terugblikken op een zeer intense en geslaagde expeditie. 

In het Systeem van Anialarra topografeerden we iets meer dan 1000 m aan nieuwe gangen.  Het grotsysteem stijgt in lengte van 16,8 naar 17,8 km.  Wat (symbolisch dan) belangrijker is, de diepte van de grot steeg van -648 naar -707 m.

We stopten ?op niets? (een klim) in een grote canyon, en hoorden de zo gezochte rivier (of een andere) via een eenvoudig te desobstrueren passage. In de zone Rantanplan zagen we een massa galerijen vertrekken, waarvan niet één bezocht werd. En het amont van de Galerie Jerom, de overkant van de Puits Lambique dus, kan ook nog een grote verrassing inhouden gezien de felle tocht die eruit komt.

We overbrugden weer een stukje richting AN8, maar nog steeds zitten we in fossiele galerijen die richting ?puttenreeks AN8? lopen, terwijl we van de twee kilometer ontbrekende rivier tussen beide grotten nog geen meter hebben ontdekt.   Feit is dat we nog 250 m moeten zakken om uit te komen in de collecteur van de AN8, zo ergens rond de -950 m dus.

Belangrijk is ook dat we in een complex, fossiel Réseau zijn beland met drie duidelijk onderscheiden ?ages die schijnen te corresponderen met de watertafel, miljoenen jaren geleden, toen de resurgenties in de vallei zich nog rond +/- 1500 m hoogte situeerden en niet duizend meter lager zoals vandaag. Een Réseau, gevormd in de pure kalksteen, en niet op de grens tussen schist en kalksteen waar nu de rivieren stromen.   Niet enkel is dit alles ontzettend belangrijk voor de inzichten in de geschiedenis van het PSM-massief (nergens anders op het massief werden zoéén belangrijke oud-freatische gangenstelsels gevonden op deze hoogten), speleologisch maakt is dit ook bijzonder interessant. Zulke oude watertafels vormen een complexe speeltuin van gangen, die veel ontwikkeling opleveren en veel mogelijkheden tot diverse verbindingen en shortcuts.  

Galerie des Schtroumpfs, een oeroude freatische galerij

Ter illustratie: toen we de grote trémie op -648 m vorig jaar in augustus passeerden, middels een enorme klim van 140 m tot op het hoogste punt van de Salle Gargamel, meenden we (simpele mensen als we zijn) dat we aan de andere kant gewoon 140 m dienden af te dalen om terug in die rivier te staan. Die zou daar dan in een galerij van 30 m breed voortkabbelen tot aan de AN8, 2 km verder en 300 m lager.  Een explo die in een paar dagen afgehandeld zou zijn.  Vergissing dus!

We zijn nu al zeven drie-? vierdaagse exploraties verder, en we staan nog altijd niet in die rivier maar hebben al wel 2500 m aan fossiele gangen in kaart gebracht.  En we beseffen, en hopen, dat de weg naar de AN8 niet zomaar open ligt, en ons nog jaren speleoplezier zal bezorgen.

Hieronder een plan, en daaronder een coupe, van het Réseau Post-trémie (situatie aug 2006) 

Het werk in de FR3 was eveneens een succes. Meer dan 1 km topo die twee dingen aantoonde:

-          de oude topo is bijna 20 ? verdraaid, dus de terminus van de grot ligt vlakbij het Systeem, terwijl de amonts helemaal niet onder de Canyon Fossil lopen, zoals vroeger werd aangenomen.

-          de putten zijn minder diep dan gedacht, en dit feit gecombineerd met nieuwe en preciezere hoogtemetingen van de ingangen AN6, AN51, AN519 en FR3, brengen eindelijk de rivier van de FR3 op de diepte waar ze thuishoort: dezelfde als die van het Systeem en niet 20 m eronder.

Het werk is evenwel niet gedaan, de FR3 telt nog twee andere te topograferen ingangen (AN548/FREU en AN57) en uiteraard willen we die FR3 fysiek verbinden met het Systeem.

Deelnemers

Annette Van Houtte, Mark Michiels, Bart Saey, Paul De Bie, Kim De Bie, Mario Lebbe  (SC Avalon), Erik Van den Broeck (Hades), Erik Birkhoff, Marcel Dikstra, Tjerk Dalhuisen (Speleo NL) en onze Franse vrienden Stoche Bes, Odile Bes, Patrick G?, Jean-Pierre Pitot

Zonder onze fidele sherpa?s en aangenaam gezelschap te vergeten : Annemie, Wilfried, Annelet, Sofie, Nike, Andreas, Tobias, Ellen, Jan, Claire...

De namen

Marsupilami, Sidonie, Gaston Lagaffe, Gargamel....  waar halen we het toch! 

Inderdaad, onze inspiratie in het bedenken van namen voor de nieuwe galerijen en zalen was opgedroogd.  Dan kwamen we op het idee om voor alles wat achter de trémie op 648m werd ontdekt, nog slechts namen te gebruiken van stripfiguren uit Belgische strips.

Enerzijds omdat we trots zijn op de Belgische stripkunst (wereldvermaard overigens), anderzijds omdat op die manier er voor eeuwig en altijd een link zou worden gelegd tussen het Systeem van Anialarra en België en natuurlijk omdat we vanaf nu een onuitputtelijke bron van inspiratie hadden.   Hier kan je een overzichtje zien van wat Belgische strips en hun voornaamste figuren.

De september-expeditie

Binnen enkele weken trekken we traditiegetrouw opnieuw naar daar, voor een week met 4 of 5 Avalonners.  We plannen een vier ?vijfdaagse tocht in het systeem en de verwachting zijn alweer hooggespannen.  Zullen we eindelijk onze pootjes kunnen baden in die rivier?  En zal ze inderdaad in een galerij van minstens 30 m breed stromen, zoals voor de trémie?   Of gaan we blijven ronddolen in dat grote fossiele labyrint?

Meer nieuws hierover, eind september!

Paul De Bie, expeditieleider

Lees hier het verslag van de September 2006 Expeditie

 
Contacteer/contact us:  SC Avalon vzw
Privacy beleid: Wij maken gebruik van externe advertentiebedrijven om advertenties weer te geven wanneer u onze website bezoekt. Deze bedrijven gebruiken mogelijk informatie (niet uw naam, adres, e-mailadres of telefoonnummer) over uw bezoek aan deze of aan andere websites om advertenties weer te geven over goederen en services waarin u wellicht geïnteresseerd bent. Als u hierover meer informatie wenst of als u wilt voorkomen dat deze bedrijven deze informatie gebruiken, klikt u op deze link: http://www.google.nl/privacy_ads.html