Terug naar "Grotbescherming
Home"
GIDSINGEN?
Het rondleiden van niet-speleologen in een grot wordt wel eens een
"gidsing" genoemd. Er is over het begrip
"gidsingen" al heel veel gepraat, in club of
federatieverband. We kunnen zondermeer zeggen dat het één van de
heetste hangijzers is. Jan en alleman wil tegenwoordig
wel eens in een grot rondkruipen. Dat gaat dan van schoolklassen
(op hun sportdag), over survival-groepen, tot groepen
bedrijfs-kaderleden (tijdens hun management-training).
Over één ding is de meerderheid het wel eens en dat is dat het
fenomeen (massa-)gidsingen, of het nu uitgevoerd wordt door echte
speleologen of door commerciëlen (zgn. buitensportbedrijfjes),
verantwoordelijk is voor een versnelde en onherroepelijke aftakeling van
vele van onze grotten. Inderdaad, zoals elders in deze
pagina's wordt aangetoond, en wat elke rechtgeaarde speleoloog zelf wel
weet: grotten zijn een fragiel milieu, vooral voor wat
betreft de geologische of mineralogische (concreties) kant ervan, maar
evengoed voor wat betreft de fauna (vleermuizen, insecten enz.).
En een milieu dat zich zeer traag herstelt van de schade die het is
berokkent: we spreken dan over vele tienduizenden jaren. In zoverre dat
we stellen dat elke schade, vanuit het oogpunt van een mensenleven, definitief
is.
Dit milieu verdraagt geen overmatig bezoek. En dat is net wat die
gidsingen teweeg brengen.
CIJFERS?
Uiteraard kennen we geen exacte cijfers. We weten hoeveel
gastverzekeringen er door leden van het Vlaams Verbond van Speleologen
worden afgesloten. We hebben cijfers kunnen vergaren door middel van
verborgen elektronische tellers in sommige populaire grotten. Er
worden steeksproefgewijs tel-acties gehouden aan de ingangen van
grotten. Maar het is moeilijk een idee te hebben van de
aantallen die bepaalde commerciële bedrijven, die hun "eigen"
grot hebben gekocht/gehuurd, meenemen. Nog onmogelijker is het om
te weten hoeveel mensen zich totaal onbegeleid, op eigen houtje, in een
grot avonturen (genre Trou de la Louve).
Maar toch, kunnen we ruw schatten dat er jaarlijks minimaal 10.000, maar realistischer 20.000 of meer mensen worden
meegenomen in grotten.
Dit is een gigantisch aantal indien men weet dat deze massa wordt
losgelaten in een klein aantal grotten, een twintigtal
hooguit. Aangezien dit als zeker 40 jaar aan de gang is,
betekent dit dat er reeds minstens 400.000, maar mogelijk 800.000 of
meer niet-speleologen onze grotten hebben bezocht.
IMPACT?
Er
hoeft geen tekening bij, wat de aanwezigheid van 400.000 of meer
onervaren mensen heeft betekend voor dat handvol
grotten. Deze grotten zijn niet alleen beroofd van elk
stukje druipsteen dat niet te groot of te zwaar was om mee te nemen, elk
hoekje en kantje ervan is totaal bemodderd geraakt, en de grot zelf is
versleten. Inderdaad, kalksteen en druipsteen zijn zeer zacht en de
schurende werking van duizenden zanderige overalls en laarzen hebben
alles als het ware gepolijst (zie foto
hiernaast: Spiegelglad gepolijste rots, in een passage die reeds door tienduizenden bezoekers is genomen...
Trou d'Haquin).
Zijn deze mensen dan allemaal vandalen? Neen, maar de occassionele
bezoeker van een grot, die zich voor de eerste keer met het
glibberig, donker, nat, claustrofobisch en enigzins vijandig grotmilieu
geconfronteerd ziet, heeft maar één doel: zichzelf.
Proberen er zonder kleerscheuren door te komen, niet uit te schuiven of
te vallen, zich niet belachelijk te maken ten opzichte van zijn
vrienden. Bekommernis om de grot zelf, haar mooie formaties,
sedimenten of dieren, kan je echt niet verwachten.
Zelfs al mochten al deze mensen eerst een grondige opleiding hebben
gehad in het zgn. "Minimal Impact Caving" (een manier van
grotten waarbij de schade aan de grot minimaal is), dan nog hadden de
grotten dit nooit overleefd... want teveel is teveel.
HOE LOSSEN WE DIT OP?
De
opgelopen schade is onherstelbaar. We zullen moeten leren leven met het
feit dat enkele tientallen van onze (ooit mooie) grotten,
woestijnen zijn geworden van versleten kalksteen en modder.
Foto hiernaast: een totaal "versleten" druipsteenformatie; enkel de ruwe vorm komt nog overeen met het origineel. Foto genomen in de platgelopen Trou de la
Louve
Wat er in de eerste plaats moet gebeuren is voorkomen dat
andere grotten eenzelfde lot ondergaan...
In een tweede plaats dat de reeds fel toegetakelde
grotten zich kunnen stabiliseren en aan hun lang
herstelproces beginnen.
WAT IS ER AL GEBEURD?
Zowel de Union Belge de Spéléologie, de Waalse federatie (+/- 1300
leden) als het Verbond van Vlaamse Speleologen (+/- 700 leden) voerden
een tiental jaar geleden een gedragscode in. Een ruim
hoofdstuk van deze
deontologische code betreft de "geleide tochten". Er
wordt een kader gecr?rd waarin deze moeten plaatshebben: in welke
grotten mag dit, hoe groot mag een groep zijn, hoeveel begeleiders
enz.
Het Verbond van Vlaamse Speleologen voerde daarenboven nog verdere
maatregelen in, zo ondermeer een maximum quotum aan gasten
dat elke club, in functie van haar ledenaantal, jaarlijks mag gidsen,
evenals een meldingsplicht van elke gidsing.
De UBS begon ook met het systematisch afsluiten van de
meest getroffen en populairste grotten met een poort.
Enkel echte speleoclubs krijgen een exemplaar van de sleutel die al deze
poorten opent.
Het UBS voerde tevens een bekwaamheidsbrevet in
(B.I.R.S) dat iedereen moet halen die in een commercieel/professioneel
kader groepen in grotten wil begeleiden.
Er werd door het UBS ook een commissie "Karstbescherming &
Toegang" opgericht waarin zowel UBS als VVS
vertegenwoordigd is. Deze heeft doorheen de jaren reeds veel goed
bemiddelingswerk kunnen verrichten.
(NB: jammer genoeg, en hier stopt alle logica en gezond verstand,
is het de Waalse federatie UBS zelf, die via een annexe zustervereniging
"S.S.W." eveneens commerciële gidsingen organiseert . Een onaccepteerbare situatie, volgens mijn bescheiden
mening!
Ook wordt nu, binnen het VVS althans toch, ruim aandacht besteed aan
de karstbeschermingsproblematiek tijdens de opleiding van
nieuwe speleologen. Hiervoor wordt o.m. gebruik gemaakt van
de diapresentatie die u hier in deze
pagina's kunt vinden.
Binen het VVS is sedert 2000 een inlichtingenformulier in dienst, dat
aanvragers van een gidsing moeten invullen en waarin o.m. wordt gepeild
naar de werkelijke motieven van het grotbezoek.
Ook de overheid zat niet stil, er werd een wet uitgevaardigd die het
mogelijk maakt grotten te beschermen en klasseren omwille van hun
mineralogische, hydrologische of biologische waarde. Reeds een
dertigtal grotten verkregen het statuut van "Cavité
d'Intéret Scientifique", zo ondermeer de Grotte
des Emotions of Réseau de Waerimont
die werden ontdekt en worden beheerd door Speleoclub Avalon.
NB: Jammer genoeg zijn in sommige gevallen zulke grotten van
"Wetenschappelijk belang" geklasseerd geworden buiten de
wil en achter de rug om van de speleo's, met zelfs voor bepaalde grotten
een verbod op toegang voor speleo's! Eveneens een beschamende en
betreurenswaardige zaak, wetende dat zonder enige uitzondering, al deze
grotten werden geëxploreerd door speleologen!
EN HEEFT DIT RESULTAAT GEHAD?
Al
deze maatregelen hebben geleid tot een flink verminderd aantal bezoekers
en dus een verminderde druk op sommige van onze grotten. Het heeft
evengoed andere problemen gecre?rd, zoals sommige buitensportbedrijven
die zonder scrupules Belgische grotten hebben opgekocht waarin ze dan,
zonder zich iets aan te moeten trekken van welke richtlijnen of
gedragscodes dan ook, ongelimiteerd mensen kunnen gidsen. De grot
omgetoverd tot speleobox... een droevige en schrijnende zaak!
Grotten maken immers deel uit van ons natuurlijk patrimonium.
Foto hiernaast: een totaal ongerepte, oogverblindende druipsteenformatie (Bois de
Waerimont) in een beschermde grot. Het is moeilijk voor te stellen dat de druipsteenformatie van de foto hierboven, er ooit ook zo uitzag...
EN MOGEN WIJ DAN NOG WEL GIDSEN?
Natuurlijk wel! Evenwel binnen de voorschriften van uw speleofederatie (aantallen, frequentie enz.). Maar het kunnen
tonen van de ondergrondse wereld, aan ge?teresseerde en
gemotiveerde niet-speleologen, op een doordachte en juiste
manier uiteraard, is één van de peilers van grotbescherming en
vorming van nieuwe speleologen. Sensibilisering heet
dat.
Echter, binnen Speleoclub Avalon zullen wij ons dan steeds beperken
tot mensen die ?ht ge?teresseerd zijn in grotten. Niet in in hen die
een dagje vermaak zoeken of eens willen kicken; neen,
enkel in hen die willen weten wat een grot is, hoe en waarom ze gevormd
is, welke technieken we nodig hebben om ze te exploreren en die zich
bewust zijn of willen worden van de fragiliteit van het ondergronds
milieu.
WAT DOE IK DAN MET AL DIE AANVRAGEN?
Hieronder een echte aanvraag zoals ik bijna wekelijks in mijn postbus
aantref:
Beste mensen, Ik heb een vraagje aan jullie! Ik ben bezig met vier
andere studenten van de Universiteit xxxxx uit Nederland een survival
voor ongeveer 30 personen te organiseren. We willen naar de Belgische
Ardennen. We hebben het over speleologie in grotten gehad. We zijn van
plan in het weekend van 17,18 mei de survival te organiseren. Nu wilde
ik graag weten of het mogelijk is om met een gids van jullie een tocht
te kunnen maken. Een middag of dagtocht. Zo ja hoe duur is dat en waar
kan dat? Zou u mij hierover willen informeren en de benodige informatie
kunnen verstrekken? Bij voorbaat dank
Dit soort brieven of emails pak ik als volgt aan:
Ik probeer me een idee te vormen van de motivatie en interesse in
grotten die er bij deze mensen leeft . Soms is het onmiddellijk
duidelijk welk vlees je in de kuip hebt: de mensen die een
"kick" zoeken; de "survivors" (alsof er in een grot
enige "survival" noodzakelijk zou zijn, haha!); de managers
die hun stressbestendigheid willen trainen, de schooldirecteur die op de
jaarlijkse sportdag op een gemakkelijke manier 130 van zijn leerlingen
wil (laten) bezighouden, het vriendenclubje dat de grottocht als een
"uitstapje naar een pretpark" beschouwt. Soms moet je bijkomende
inlichtingen vragen. Er zijn twee mogelijkheden:
1)
OK, de mensen zijn ?ht ge?teresseerd. Vertel hen de
voorwaarden: de groep mag maximaal uit 10 personen bestaan (bij SC
Avalon zelfs maar 5!) etc.... Maak hen bewust van de problematiek
rond grotbescherming en toegang. Spreek iets af en gids hen
ondergronds,; weliswaar in één van de daartoe bestemde
"scholingsgrotten". Bravo, je hebt een
aantal mensen gesensibiliseerd en hun interesse opgewekt voor
speleologie.
2) Hummm... deze mensen zijn niet echt ge?teresseerd in grotten.
Ofwel stuur je die mensen wandelen.. "nee wij doen dit
niet". Echter deze mensen zullen ergens anders gaan
aankloppen. Het probleem verschuift gewoon. Een slechte zaak
voor onze grotten. .
Er is slechts één zinvolle aanpak en wel deze: zeggen dat je het niet
doet, en uitleggen waarom niet. Maak deze
mensen bewust van onze problemen. Vertel hen over de
enorme druk waarmee onze grotten te kampen hebben en van de aftakeling
ervan ten gevolge van "dagjesmensen". Vertel hen over de
sluiting van grotten door eigenaars, ten gevolge van overbezoek.
Verwijs hen naar andere informatiebronnen (deze website bv.) waarin zij
meer te weten kunnen komen over de problematiek. En vraag hen gewoon dat
ze a.u.b. begrip opbrengen en hun steentje bijdragen aan de bescherming
van onze grotten, en dus een alternatieve activiteit bedenken.
Je hoeft slecht éénmaal een standaardbriefje te maken dat je in
zulke gevallen kan gebruiken. Mijn ervaring is dat er in nogal wat
gevallen begrip is voor de situatie! Bravo, ook nu heb je
een aantal mensen kunnen sensibiliseren.
Foto hierboven: En hop... weer (de voorhoede van ) een groep dagjesmensen die door Trou
d'Haquin gesluisd wordt.
Let op de afgesleten, glanzende rots.
BESLUIT
Feit is dat op tien jaar tijd het speleolandschap grondig gewijzigd
is en dat het beoefenen van speleologie hierdoor niet eenvoudiger op is
geworden. Maar onze grotten, en is dat niet het voornaamste, varen
er wel bij. Wij speleologen hebben een steeds grotere
verantwoordelijkheid en wij moeten deze ook nemen. Niet alleen moeten we
ons zelf correct gedragen in een grot, we moeten onze collega's en/of
nieuwe leden voortdurend sensibiliseren en op weg zetten, en ook naar
het grote publiek of derden toe moeten we de juiste boodschap
uitdragen...