Resultaten van de 8ste Anialarra Interclub Expeditie
In augustus 2004 had, onder de
ARSIP vlag, de 8ste
Anialarra-expeditie plaats op het Massief van Pierre-St-Martin.
Zoals steeds georganiseerd door SC Avalon en met deelname van
speleologen van Avalon (9), Styx (1) , Hades (1), Speleo NL (3) en 2
Fransen.
Het hoofddoel was de verdere exploratie van de Réseau Nostradamus,
een belangrijke stroomopwaartse tak van het Systeem van Anialarra.
Deze Réseau werd in 2002 ontdekt en in 2003 verder geëxploreerd met
voorlopige halte in een opeenvolging van grote zalen (Cosmik Debris,
Salle Lieven, Salle du Lapiaz).
Na equipement van de 400 m putten van de AN51, die als ingang
diende, werd in Salle du Lapiaz (150 x 60 m) een bivak ingericht
voor 3 personen.
De teams verbleven hier telkens twee ?drie dagen.
Tochten naar dit deel van de grot waren immers vrij lang en zwaar
(een niveauverschil van zowat 700 m moet worden overbrugd om hier te
geraken) en zonder bivak niet meer rendabel.
Een vluchtige exploratie voorbij de terminus van 2003 (de Baraque de
Fraiture, het hoogste punt van de Salle du Lapiaz), leverde een
vierde zaal op, Salle du Grand Noir, die zowat 250 m lang is
en 50 m breed. De zaal eindigde evenwel op een enorme instorting (trémie
du Cr?e Coeur), met een felle tocht doch ondoordringbaar. De
volgende teams slaagden erin een opening vrij te maken in de
instorting en een vervolg te vinden. Echter, in plaats van de
verhoopte vijfde zaal, kwamen we in een labyrint van zaaltjes en
blokken terecht. Dagenlang werd hierin rondgedwaald en
gedesobstrueerd zonder het verhoopte vervolg te vinden. In totaal
werd er bijna 300 meter in getopografeerd, voor een horizontale
progressie van amper 50 m en een stijging van bijna 50 m! Denkelijk
markeert deze gigantische instortingszone het einde van de
stroomopwaartse gedeelten van het Systeem van Anialarra.
Aan de oppervlakte, 300 m hoger dus, is het terrein eveneens zeer
chaotisch en getuigt van een turbulent geologisch verleden.
Vlakboven onze terminus in de grot, is er een monsterlijk grote
doline, door ons Tora Bora gedoopt. Ze is zowat 80 m in
diameter en 30 m diep. Nog honderd meter stroomopwaarts verder,
eindigt de Anialarra abrupt op een honderden meter diepe afgrond (de
"Falaise"). De gletsjers die ooit het Cirque de Lescun bedekten,
sneden hier inderdaad het volledige massief dwars door, over een
dikte van wel 500m.
Het is plausibel dat er in de Falaise zelf of in de buurt ervan een
ingang zou kunnen worden gemaakt tot het Réseau Nostradamus, en daar
werd dan ook hevig naar gezocht. Het grotsysteem zou dan immers +/-
150 m dieper worden en ook zou de toegang tot de verafgelegen "amonts"
veel gemakkelijker worden. Onze prospecties van de talloze putten en
kloven nabij de rand van de Falaise, leverden echter nog geen nieuwe
ingang op, wel diverse putten tot 60 m diep.
Onze zoektocht naar een boveningang bracht ons ook weer naar Pozo
Georges (AN546), ontdekt in 2000. Lag toen die grot nog in een
verre uithoek van de lapiaz, dan bleek nu dat we er met onze
exploraties in de Nostradamus vlak onder waren beland! De grot werd
dan ook opnieuw binnenste buiten gedraaid, doch de oude terminus
(-87m) kon niet worden gepasseerd.
Weer in de Réseau Nostradamus ontdekten we ook nog een
benedenverdieping, de Réseau des Occitans, die zich onder de
Salle Lieven ontwikkelt. Het is een opeenvolging van gangen en
zalen, allen fantastisch mooi geconcretioneerd met de meest bizarre
gips- en aragonietformaties. De ontwikkeling bedraagt zowat 300
meter. Een schitterend toetje op de taart!
In totaal topografeerden we tijdens deze expeditie 1250 m aan
première, grotendeels in de Réseau Nostradamus die echter nu wel
vrijwel uitgeëxploreerd lijkt.
De totale ontwikkeling van het Systeem van Anialarra komt hierdoor
op 15200 m, voor een diepte van -648m.
Overwegend mooi weer kenmerkte deze expeditie, evenals een paar
memorabele onweders. Het eerste onweder overviel een trio in de grot
die hun terugtocht na een drie-daags bivak veranderd zagen in een
worsteling tegen wit schuimend water in een "ambiance aquatique".
Hetzelfde onweer blokkeerde een duo in Pozo Georges en de bliksem
sloeg in hun touwen in. Spannend hoor!
In September zal een trio of (hopelijk viertal) speleo's het
prospectiewerk verder zetten en ook de exploratie van de AN107
verder trachten te zetten. In 2003 bereikten we daar immers -145m
in, halte boven een nieuwe put. Nu, in augustus 2004, maakte een
onstabiele en afsmeltende ijswaterval op -40m de exploratie te
gevaarlijk.
De 8ste Anialarra Interclub Expeditie was alleszins een succes. Wij
bedanken alle medewerkers voor hun inzet, en de sponsors De Berghut
en Proviron voor hun materi?e en/of financi?e steun. Veel dank ook
aan Pierre & Maryse van Camping Ibarra; d?speleocamping bij uitstek
voor wie wil grotten of canyonen in de omgeving van het PSM-massief!
Paul De Bie, Expeditieleider
(foto's: Paul De Bie en Mark Michiels)